2.2 KOPPELING VAN DE KAARTEN
Kaart gecon gureerd als Master (uitgangen 1 tot 8)
OUT1
OUT2
OUT3
OUT4
Kaart gecon gureerd als Slave op adres 0-5(uitgangen 17 tot 24)
OUT1
OUT2
OUT3
OUT4
2.3 AANSLUITING OP DE DMI-IDENTIFICATIEMODULES
Max. 55 Ohm aan het einde van de lijn
Voor het invoeren van de
Masterkaart (buslijn)
De niet-gebruikte
ingangen isoleren
OUT6
OUT8
OUT5
OUT7
DMC-008-001
X
AP CLI
Slave Address
RS485
100-240Vac 50/60HZ
BUS
RS2
RS1
L
N
A B
DMI
GND
OUT5
OUT6
OUT7
OUT8
DMC-008-001
X
AP CLI
Slave Address
RS485
100-240Vac 50/60HZ
RS2
RS1
BUS
L
N
A B
DMI
GND
maak geen
verbinding
Uitgang in ster toegestaan
Kabeltype (0.25, 0.8...)*
De niet-gebruikte
ingangen isoleren
Identificatie
Module
DMI-006-001
Kaart gecon gureerd als Slave op adres 0-3(uitgangen 9 tot 16)
OUT1
OUT2
OUT3
OUT4
OUT5
Slave Address
RS2
RS1
Kaart gecon gureerd als Slave op adres 0-7(uitgangen 25 tot 32)
OUT1
OUT2
OUT3
OUT4
OUT5
Slave Address
RS2
RS1
Identificatie
Module
DMI-006-001
De niet-gebruikte
ingangen isoleren
Naar de volgende Module
*
Wij willen u aanraden om de
identificatiemodules achter de
drukknop te plaatsen.
Identificatie
Module
DMI-006-001
5
OUT6
OUT8
OUT7
DMC-008-001
X
AP CLI
RS485
100-240Vac 50/60HZ
BUS
L
N
A B
DMI
GND
maak geen
verbinding
OUT6
OUT8
OUT7
DMC-008-001
X
AP CLI
RS485
100-240Vac 50/60HZ
BUS
L
N
A B
DMI
GND
maak geen
verbinding