Nadat u de samenstelling van de installatie hebt bevestigd, verschijnt een
hulpscherm.
Druk vervolgens op het vakje «stop/help». U kunt nu beginnen met de configuratie
van de namen van uitgangen.
4.10 CONFIGURATIE VAN DE UITGANGEN
Klik op de naam van een uitgang om deze te configureren. Er wordt een venster
geopend waarin u de naam kunt configureren en het uitgangstype kunt selecteren.
Opmerking: voor relaisuitgangen is standaard geen type modus geconfigureerd.
19