5
Installatie
5
Installatie
GEVAAR: Explosie!
▶ Sluit de gaskraan voordat aan gasvoerende delen
wordt gewerkt.
▶ Controleer na werkzaamheden alle gasvoerende de-
len op dichtheid.
Montage, gas-, afvoer- en elektrische aansluitingen en in-
bedrijfneming van de installatie
moeten door een erkend installateur worden
uitgevoerd.
5.1
Belangrijke opmerkingen
Vloerverwarming
▶ Het toestel is geschikt voor vloerverwarming, respecteer de toege-
stane aanvoertemperaturen.
▶ Bij gebruik van kunststof leidingen in de vloerverwarming, moeten
deze leidingen zuurstofdicht zijn conform DIN 4726/4729. Wanneer
de kunststofleidingen niet aan deze normen voldoen, dan moet een
systeemscheiding via een warmtewisselaar worden uitgevoerd.
Verzinkte radiator en pijpleidingen
Om gasvorming te voorkomen:
▶ Geen verzinkte radiatoren en leidingen gebruiken.
Antivriesmiddel
De volgende antivriesmiddelen zijn toegestaan:
Omschrijving
Fernox Alphi - 11
Tabel 5
Corrosiebeschermend middel
De volgende corrosiebeschermingsmiddelen zijn toegestaan:
Omschrijving
Fernox F1
Tabel 6
Afdichtingsmiddel
Het toevoegen van afdichtingsmiddel in het verwarmingswater kan naar
onze ervaring problemen opleveren (neerslag in de warmtewisselaar).
Wij raden daarom het gebruik ervan af.
Stromingsgeluiden
Om stromingsgeluiden te voorkomen:
▶ Een drukverschilregelaar (AVDO) bij de radiator die het verst weg ligt
monteren.
Propaan
Om het toestel tegen te hoge druk te beschermen:
▶ Voordrukregelaar plaatsen en afstellen tussen de 30 en 50 mbar.
14
Concentratie
25 - 40 %
Concentratie
0,5 %
5.2
Waterkwaliteit
Ongeschikt of vervuild water kan leiden tot storingen in het cv-toestel en
beschadiging van de warmtewisselaar of de tapwatervoorziening door
o.a. slibvorming, corrosie of verkalking. Neem voor meer informatie con-
tact op met de leverancier.
Cv-installatie (vul- en bijvulwater)
▶ Spoel de installatie grondig voorafgaand aan het vullen.
▶ Gebruik uitsluitend onbehandeld leidingwater. Grondwater is niet
toegestaan.
▶ Het is niet toegestaan waterbehandeling toe te passen zoals pH-ver-
hogende of -verlagende middelen (chemische toevoegmiddelen of
inhibitoren), antivries en waterontharding.
▶ De pH-waarde van het cv-water dient tussen de 7,0 en de 8,5 te lig-
gen. Neem contact op met de leverancier indien dit niet het geval is.
Sanitair drinkwater (toevoer tapwatervoorziening)
▶ Gebruik uitsluitend onbehandeld leidingwater. Grondwater is niet
toegestaan.
5.3
Opstellingsplaats kiezen
Voorschriften ten opzichte van de opstellingsruimte
Neem voor alle installaties de desbetreffende voorschriften in acht.
▶ Desbetreffende normen toepassen.
▶ Installatiehandleidingen van de rookgasafvoer
aanhouden met het oog op de minimale inbouwmaten.
Verbrandingslucht
Ter voorkoming van corrosie moet de verbrandingslucht vrij zijn van
agressieve stoffen.
Als corroderend gelden halogeenkoolwaterstoffen, die chloor- of fluor-
verbindingen bevatten. Deze kunnen bijv. in oplosmiddelen, verf, lijm-
stoffen, drijfgassen en huishoudelijke schoonmaakmiddelen zitten.
Oppervlaktetemperatuur
De max. oppervlaktetemperatuur van het toestel is lager dan 85 °C.
Daarom zijn geen bijzondere veiligheidsmaatregelen voor brandbaar
bouwmateriaal en inbouwmeubels vereist. Afwijkende voorschriften
moeten in acht worden genomen.
Propaaninstallaties onder aardoppervlak
Vloeibaargasinstallaties onder het maaiveld zijn in Nederland niet toege-
staan.
Nefit BaseLine HRC • 6 720 800 258 (2013/12)