®
D
IGITAL
Instructies voor afstandsbediening
Hieronder volgen instructies voor afstandsbesturing van het Mark V systeem. Lees eerst het gedeelte over
"Afstandsbediening" in het hoofdstuk Afstandsbeeldweergavesysteem in de DigiTrak Mark III
Bedieningshandleiding voor aanwijzingen omtrent het opstellen van het materieel.
Zodra de zender is en de ontvanger gericht zijn, verschijnt het pijltje onder de diepte-aflezing en, indien
zuiver gericht, gaat het doel-symbool minnden in de meter voor afstandsbediening knipperen. Wanneer
het instrument van de koers afwijkt, gaan de pijltjes links of rechts knipperen - afhankelijk van richting van
de afgeweken koers. Hoe verder het instrument van de koers afwijkt, des te verder gaan de pijltjes links of
rechts van het doel-symbool knipperen. Wanneer bijvoorbeeld één pijltje links van het doel-symbool gaat
knipperen, geeft dat aan dat het instrument naar links is afgebogen. Naarmate verder naar links wordt
afgeweken, gaan meer pijltjes links van het doel-symbool knipperen.
Het pijltje dat naar de
boorkop wijst, geeft
aan dat de zender in
een lijn ligt met de
ontvanger.
DataLog Functie
De DigiTrak Mark V afstandsbeeldweergave-apparatuur werkt anders bij gebruikmaking van de DataLog
functie dan eerdere DigiTrak afstandsbeeldweergaves. De juiste procedure voor een DataLog aflezing via
het Mark V systeem wordt hieronder uiteengezet. Zie tevens de DataLog Bedieningshandleiding.
1. Druk op de "Schrijf" knop op de DataLog module om het apparaat in de sluimerstand te zetten, dit
wordt aangeduid met een knipperend LCD in de DataLog module.
2. Leg bij de Mark V ontvanger een DataLog aflezing vast (zie aanwijzingen op pagina 10).
3. De afstandsbeeldweergave geeft bij de ontvangst van de DataLog informatie drie tonen ter bevestiging
af en de LCD telling in de DataLog module wordt met één vermeerderd.
®
DigiTrak
Mark V Bedieningshandleiding
C
I
ONTROL
NCORPORATED
Beeldscherm tijdens afstandsbediening,
wanneer zender en ontvanger gericht zijn
Afstandsbesturingsindicator
met doel in vakje
27