®
D
IGITAL
De bepaling van het instrumenten de LL
1. Op het FLP draait u zich om met het gezicht naar het instrument (en de boor) en loopt u voorwaarts in
de richting van het laatste lokatiepunt.
2. De LL verschijnt nu in de linker bovenhoek van het scherm.
3. Loop voorwaarts en de LL komt dichter naar het vakje.
4. Zorg dat de LL in het midden van het vakje ligt. Net als bij het Mark III systeem verandert het "+"
symbool in een "-".
LL gaat naar het vakje
5. Houd de knop ingedrukt voor de diepte op het beeldscherm. Let op de ultrasone stand ter controle van
een juiste hoogtemeting boven de grond.
LET OP: Het pijltje dat onder de dieptemeting verschijnt en dat naar de zender wijst, verschijnt tevens op
de afstandsbeeldweergave wanneer de diepte wordt afgelezen.
Het pijltje dat naar de boorkop
wijst geeft aan dat de lijn in het
vakje ligt en dat de ontvanger
zich boven de zender of de LL
bevindt. Als er geen pijl is, dan
is de afstand de schuine
afstand tot de zender.
6. Markeer deze plaats als de LL. U staat thans recht boven het instrument.
7. Als de knop wordt losgelaten ziet u korte tijd de frequentie van de ontvanger (zie afbeelding hieronder)
voordat het beeldscherm terugkeert naar het lokatiescherm.
®
DigiTrak
Mark V Bedieningshandleiding
C
I
ONTROL
NCORPORATED
Diepte beeldscherm
Lijn in de "box"
Zendertemperatuur
vervangt verticale hoek
wanneer de knop ingedrukt
wordt gehouden
21