BELANGRIJK: In Nederland vereist de wetgeving
(met het Bouwbesluit 2012) dat rookmelders voor
woonfuncties aangesloten moeten worden op een
voorziening voor elektriciteit in die woning. Daarnaast
moet de rookmelder een back-up batterij hebben voor
het geval de elektrische installatie spanningsuitval heeft,
waardoor de rookmelder kan blijven functioneren.
2.2 Plaatsing van de rookmelders en hittemelders
De 230V gevoede Ei rookmelders mogen toegepast worden
in nieuwbouw- en bestaande woningen, studentenhuizen
(logiesfunctie) en renovaties zoals aangewezen in het
Bouwbesluit 2012.
In het Bouwbesluit wordt beschreven voor welke
woonfuncties in bestaande bouw en nieuwbouw
rookmelders verplicht zijn, in welke ruimtes deze geplaatst
dienen te worden, wat de eisen aan deze melders zijn,
en in combinatie met de NEN 2555 hoe de exacte
projectering van de melders dient te gebeuren.
Sinds het bouwbesluit 2012 actueel is moet er in een
woning op elke bouwlaag die met een vaste trap bereikbaar
is minimaal één rookmelder geplaatst worden.
Vanuit een verblijfsruimte gezien, moet in elke ruimte
waardoor een vluchtroute voert (meestal de hal en/of de
overloop), ten minste één rookmelder zijn aangebracht
die voldoet aan en is geplaatst volgens de primaire
inrichtingseisen als bedoeld in NEN 2555.
Daarnaast moet in iedere verblijfsruimte en vluchtroute in
de woning het minimale geluidsniveau van het alarmsignaal
van de rookmelder 65 dB(A) zijn. In iedere slaapruimte
(bedruimte) moet dat minimaal 75 dB(A) zijn, beide
gemeten op elk punt in die ruimtes. Dit kan het installeren
van extra rookmelders en/of het koppelen van rookmelders
inhouden. Gekoppelde rookmelders: wanneer één melder
rook detecteert, gaan alle doorgekoppelde melders af.
2.3 Welke melder in welke ruimte?
Locatie
Gang, galerij,
vluchtroutes
Keukens /
garages
Woonkamers
Slaapkamers
Douche /
badkamers
Ei146e
Optische rookmelder
✔
✗
✔
✔
✗
7
Ei144e
Hittemelder (i)
✗
✔ (iii)
✔ (ii)
✗
✗