(2) Als dat niet het geval is en u een bedrade
doorkoppeling hebt, adviseren wij u om een
gekwalificeerde installateur te raadplegen.
(3) Als
de
RF-montageplaat voor draadloze doorkoppeling,
moet gecontroleerd worden dat alle melders in het
RadioLINK-systeem gevoed worden en correcte
huiscode hebben.
4. HET INDRUKKEN VAN DE TEST/HUSH-KNOP
( T E S T - / O N D E R D R U K K I N G S K N O P )
ONDERDRUKT HET ALARM NIET
Zorg er altijd voor dat u de Test/Hush-knop (test-/
onderdrukkingsknop) indrukt op de melder die klinkt
en een knipperende rode led heeft.
5. UW MELDER PIEPT/KNIPPERT
De melder controleert de batterij, sensor en
elektronica automatisch en regelmatig om ervoor te
zorgen dat deze allemaal naar behoren werken. Als
een storing wordt herkend, waarschuwt de melder de
bewoner via korte piepjes en rode LED knipperingen.
(1) Als de batterij leeg is, piept de melder en knippert de
rode LED elke 40 seconden tegelijkertijd. Vervang
de batterij volgens de stappen aangegeven in
gedeelte 3.2 - "DE BATTERIJ VERVANGEN".
(2)Als het melder een fout heeft gevonden met de
sensor/thermistor, zal het piepen en de rode
LED knipperen, maar NIET tegelijkertijd. In dit
geval moet de melder worden teruggestuurd
voor reparatie of vervanging, zie gedeelte 8 -
"SERVICE EN GARANTIE".
(3) Als zowel een bijna lege batterij als een sensor-/
thermistorfout tegelijkertijd bestaan, zal het
melder een pieptoon en knipperen van de rode
LED afwisselen met een enkele pieptoon. In dit
geval moet de melder worden teruggestuurd
voor reparatie of vervanging, zie gedeelte 8 -
"SERVICE EN GARANTIE".
melder
is
23
uitgerust
met
een