Werken met de truck
Remmen
• Rem door de stuurarm in de stand B2 te zetten. Wanneer u
de stuurarm loslaat, gaat hij automatisch terug in de parkeer-
remstand (B1).
B2
Reduceren van de snelheid
• Zet de rijrichtingsschakelaar/snelheidsregelaar in de tegen-
overgestelde rijrichting om de snelheid te reduceren.
• Laat de rijrichtingsschakelaar/snelheidsregelaar los zodat
deze terugkeert in de neutrale positie.
Controleer de remkracht aan de hand van de snelheidsregelaar.
Normaliter wordt de stuurarm naar de onderste stand verplaatst
om onder het rijden te remmen B2.
Sturen
• Stuur met behulp van de stuurarm.
WAARSCHUWING!
Als uw handen of schoenen onder de olie zitten, kunt u de
macht over de truck verliezen.
Droog altijd uw handen en schoenen af voor u gaat rijden.
Mocht de truck vast komen te zitten tegen een obstakel, gebruik
dan niet meer kracht om te sturen dan bij het sturen onder nor-
male omstandigheden. Probeer de truck weer vrij te krijgen door
voorzichtig voor- en achteruit te rijden en daarbij het stuur/
stuurarm voorzichtig te bewegen.
© CESAB 7524509-360
38
B1