Beschrijving van het apparaat
De reinigingsmodus in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk "Reiniging en onderhoud")
De gewenste functie in de instellingsmodus kiezen
Raak op het bedieningspaneel de sensortoets OK aan.
In het display verschijnt (koelzone is geselecteerd).
Blader met de sensortoets of naar het symbool .
Raak OK aan.
Kies met de sensortoets of de gewenste functie.
Raak OK aan om de gewenste functie te kiezen.
Als de functie ingeschakeld is, verschijnt er een punt in de bovenhoek van het
display
.
Raak OK aan om een gekozen functie uit te schakelen.
Als de functie uitgeschakeld is, dooft de punt in de bovenhoek van het display.
De instellingsmodus verlaten
Blader met de sensortoets of naar het symbool .
Raak OK aan.
Blader met de sensortoets of naar het symbool en raak OK aan.
Alternatief:
Wacht ca. 15 seconden nadat u voor het laatst een toets heeft aangeraakt.
De instellingsmodus wordt dan automatisch verlaten.
34
Uit