Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking Van De Zonne-Regelaar; In- En Uitschakelen Van De Zonne-Regelaar; In- En Uitschakelen Van De Pomp; Het Proefpompen - Paradigma SystaSolar Aqua Montage- En Bedieningshandleiding

Zonne-regelaar
Inhoudsopgave

Advertenties

Werking van de zonne-regelaar

3. Funktion des Solarreglers
De SystaSolar Aqua zonne-regelaar regelt de warmteover-
dracht tussen de CPC vacuümbuiscollectoren gevuld met
water en het buffervat (boiler, combiboiler). Een naverwar-
ming kan ook aangesloten worden. De regelaar gebruikt
volgende temperaturen:
TSE
Collector temperatuur, input
TSA
Collector temperatuur, output
TWU
Temperatuur boiler sensor onderaan
TW2
Temperatuur 2de buffervat

3.1 In- en uitschakelen van de pomp

De optimale efficiëntie van het systeem zal behaald wor-
den wanneer zo weinig mogelijk elektriciteit verbruikt
wordt, in combinatie met een zo groot mogelijke afzet
van zonne-energie in de zonneboiler. De goed geïsoleerde
CPC vacuümbuiscollectoren verzamelen zonne-energie
met minimale verliezen voordat de opgeslagen energie
in verschillende partijen overgebracht worden naar de
zonneboiler. Dit zorgt voor een grote reductie in de elektri-
citeitsconsumptie van het zonnesysteem zonder opmerk-
bare verliezen qua efficiëntie van de collector.
• De zonne-pomp schakelt na een tijdje in wanneer:
- de TSA collector temperatuur de richttemperatuur van
het voorraadvat overschrijdt met meer dan
de differentiële interval EN
- de TSA collector temperatuur de TWU van het voorraad-
vat overschrijdt
• De zonne-pomp schakelt onmiddellijk in wanneer:
- de TSA collector temperatuur de richttemperatuur van
het voorraadvat overschrijdt met meer dan
de differentiële interval OF
- de TSA collector temperatuur 90°C overschrijdt
• De zonne-pomp schakelt uit wanneer:
- de TSA collector temperatuur zakt tot onder de richttem-
peratuur van het voorraadvat OF
- de TSA collector temperatuur zakt tot onder de TSE input
temperatuur plus het differentieel interval
- binnen de 10 minuten nadat de pomp gestart is.

3.2 Het proefpompen

Wanneer de zonne-pomp uitgeschakeld is kan de tempera-
tuur in de CPC vacuümbuis niet accuraat gemeten
worden. Dit kan mogelijk resulteren in een te lange wacht-
tijd alvorens de pomp ingeschakeld zal worden.
Om dit de vermijden gaat de pomp - afhankelijk van de de
collector temperatuur TSA.- kort inschakelen. Deze
"proefpompen"-eigenschap zal enkel geactiveerd worden
tussen 04u00 en 20u00.
3.3 Bescherming tegen overververhitting en veiligheids-
functies
Wanneer het zonnesysteem het onderste gedeelte van de
zonneboiler (TWU boilersensor) opwarmt tot de
4
TH-1762 V 1.6 07/09
maximum ingestelde temperatuur, zal de pomp van het
zonnecircuit uitgeschakeld worden. Als het OPTIMA reser-
voir instelling in het systeem data menu is ingesteld op ja,
zal de zonnepomp schakelen wanneer de temperatuur in
het bovenste gedeelte van de OPTIMA opslagtank boven
de 90°C komt. Deze temperatuur wordt gemeten door een
SystaComfort verwarmingsregelaar. Vandaar deze uitscha-
kelaar alleen optreedt als de zonne-regelaar aangesloten
is op de SystaComfort verwarming regelaar via de busver-
binding.
Belangrijk!
Als de zonne-regelaar niet aangesloten is op de
SystaComfort verwarming regelaar via de buslijn,
zal de maximum temperatuur met een OPTIMA
opslagtank verlaagd moeten worden tot 70 °C.
De collector zal dan opwarmen zolang er zon-
nestraling is tot het water in de collector verdampt. Als de
collector uitgang temperatuur TSA 115°C overschrijdt, blijft
de zonne-pomp uitgeschakeld. Dit voorkomt dat de zonne-
pomp opnieuw wordt opgestart wanneer er stoom in de
collector aanwezig is, hoewel de opslagtank is afgekoeld
naar beneden. De zonne-pomp zal alleen terug aanschakelen
onder de hierboven beschreven voorwaarden zodra de tem-
peratuur van de collector valt onder de 65°C. Dit geldt ook
voor de MANUAL en TEST bedrijfsmodus.
Belangrijk!
Bij zonne-verwarmingssystemen op dak moeten
de technische instructies in de planningshand-
leiding strikt gevolgd worden voor de collector.
Let vooral op het beschermen van de pomp, zon-
nestation en expansievat tegen warme vloeistof
en stoom.

3.4 Installaties met verwarmingsondersteuning

Afhankelijk van het reservoir 1 instelling in de instelling
parameters instellen, wordt de zonnewarmte gedistri-
bueerd met behulp van een van de drie verschillende stra-
tegieën tussen het hete water opslagtank en een tweede
buffervat (ruimteverwarming systeem):

3.4.1 Prioriteit

De prioriteit van het zonne-energie systeem is warmte aan
de warme watertank afgeven om de doelstelling warm-
watertemperatuur. Wanneer de TWU temperatuur sensor
zijn doel waarde bereikt, zal de ULV SPE 3 wegventiel scha-
kelen naar het tweede buffervat (met sensor TW2). Als de
© by Ritter Energie- und Umwelttechnik GmbH & Co. KG. technische wijzigingen voorbehouden

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave