17. ONDERHOUD
17.1 Algemene onderhoudsadviezen
De in deze handleiding beschreven onderhoudswerkzaamheden kunnen worden onderverdeeld in
'Routinematig onderhoud' en 'Bijzonder onderhoud'.
Machinestatus
De reinigingsautomaat moet volledig uitgeschakeld zijn. De uitvoerende persoon moet controleren
of zich geen andere personen in de nabijheid van de automaat bevinden.
Veiligheidssystemen
De reinigingsautomaat mag uitsluitend met inachtneming van de geldende normen met betrekking
tot het gebruik van desinfectiemiddelen (zie gegevensbladen voor het betreffende product)
worden gebruikt. Ook gelden de regels met betrekking tot contact met machineonderdelen die
mogelijk door met pathogenen besmette materialen zijn verontreinigd. Gebruik persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Werkwijze
Start, indien mogelijk, een programma om de kamer te desinfecteren. Open de kamerdeur en
veeg deze met een desinfectiemiddel af.
Dek onderdelen aan de binnenkant en rekken met de inhoud af.
Wacht de voor de desinfectie benodigde tijd af (zie voor het juiste desinfectiemiddel het
productgegevensblad of het veiligheidsinformatieblad).
Bij onderhoudswerkzaamheden aan onderdelen van de reinigingsautomaat die niet door het
desinfectiemiddel worden bereikt, moeten veiligheidsmaatregelen worden getroffen en moeten de
geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen.
Decontaminatieprocedure
Bij reparaties of bij het vervangen van onderdelen (bijv. afvoerpomp, verwarmingselementen etc.)
waarbij de desinfectie niet volledig heeft plaatsgevonden, moet de desinfectie ter bescherming
tegen pathogenen worden uitgevoerd voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.
REV.0.01_COD.650169_A4
ONDERHOUD
Pagina 51