Figuur 3.
Locatie van geleiderails en bedradingsconnectoren
Breng de schroeven en connectoren
vanaf de voorkant van het rek aan.
•
Model 3500 heeft zes M2,5x8
schroeven en drie connectoren.
•
Model 3300 heeft vier M2,5x8
schroeven en twee connectoren.
Voorzijde
bedrading bevindt zich op 4 HP (4 TE)
afstand van het instrument ernaast of
STAP 3.
Installatie van Model 3300/3500 in het rek
1. Breng de Model 3300/3500 op één lijn met de geleiderails.
2. Schuif de Model 3300/3500 in het rek. Zorg ervoor dat de pennen op
het achterpaneel contact maken met de bedradingsconnectoren.
3. Draai de meegeleverde opgesloten schroeven vast om het voorpaneel
van de Model 3300/3500 aan de geleiderails te bevestigen.
De middellijnen van de geleiderails moeten 27 HP
(27 TE) uit elkaar liggen, bijv. op 1 HP (1 TE) en 28
HP (28 TE).
Connector voor in- en uitgangs-
van de zijkant van het rek
Achterzijde
Connector voor voedings-
bedrading bevindt zich op
25 HP (25 TE) afstand van het
instrument ernaast of van de
zijkant van het rek
Connector met sleutel voor sensor-
bedrading bevindt zich op 16 HP
(16 TE) afstand van het instrument
ernaast of van de zijkant van het rek
6
Sleutels op
connector voor
sensorbedrading
M2,5x8