2. Installatie
Een op de (230V/50Hz) elektrische installatie aangesloten rookmelder dient bij
voorkeur te worden geïnstalleerd door een erkend elektrotechnisch installateur. De
rookmelder is een veiligheidsproduct en juiste montage maar ook juiste plaatsing
in de woning is hierbij onontbeerlijk.
De rookmelder moet vast zijn aangesloten (overeenkomstig de norm NEN 1010) op
een eindgroep van de elektrotechnische installatie. Tussen de groepsschakelaar
en de rookmelder(s) mag geen schakelaar, scheider of wandcontactdoos zijn
aangebracht. In geval van bedraad gekoppelde rookmelders in een woning: op één
(eind-) groep aansluiten; bij draadloos gekoppelde melders hoeft dit niet (max. 30
melders draadloos te koppelen).
2.1 Kies de juiste plek: een rookmelder moet aan het
plafond en bij voorkeur in het midden van de ruimte
worden aangebracht (voor uitgebreide plaatsingsin-
structies zie de gebruiksaanwijzing van de rook- of
hittemelder).
2.2 Schakel de voedingsspanning van de elektra(eind)
groepen af waarop u de melders wilt aansluiten.
2.3 Monteer voorzichtig de RF-sokkelvoet aan het
plafond (zie fig. 1). Tip: gebruik in 1e instantie maar
1 schroef zodat de sokkelvoet in een later stadium
Fig. 1
eventueel nog gedraaid kan worden. Vergeet niet om
na controle van het systeem de sokkelvoet met de 2e
schroef stevig vast te monteren.
2