Bijvoorbeeld twee keer knipperen op beide RF- sokkelvoeten geeft aan dat deze
twee RF-sokkelvoeten nu op elkaar zijn ingeleerd en dus dezelfde huiscode
hebben.
Na het verlaten van de inleerstand kan deze controle alsnog gedaan worden.
Druk per RF-sokkelvoet de programmeerknop (1 a 2 seconden) in totdat het
verklikkerlichtje snel begint te knipperen. Dan zal, na ca. 20 seconden, om de 3
seconden het verklikkerlichtje bijvoorbeeld drie keer knipperen wat aangeeft dat
totaal drie melders nu dezelfde huiscode hebben. En zo kan ter controle deze
procedure op alle drie RF-sokkelvoeten gedaan worden. Elke 10e knippering duurt
iets langer, dit is om het tellen makkelijker te maken.
(Bij eventuele problemen zie hoofdstuk 4).
Tip: Vooraf aan de montage alle RF-sokkelvoeten bij elkaar op tafel leggen en zo
eerst de huiscode programmeren.
Dit kan direct uit de doos op de batterijwerking, zonder de 230V aan te sluiten.
(batterij wel handmatig per RF-sokkelvoet aanzetten via drukknop, zie fig. 7)
Daarna de RF-sokkelvoeten monteren en de rook- en/of hittemelder plaatsen en
vervolgens de testprocedure op elke melder uitvoeren om te controleren of de RF
koppeling goed functioneert.
2.13 Testen melders: Om de draadloze RF koppeling en daarmee de
huiscodegroep te testen drukt u ca. 20 seconden lang de test&hush (pauze)knop
op een melder in; het alarm gaat af en het verklikkerlichtje op de RF-sokkel zal
zo'n 3,5 seconden aan blijven en geeft daarmee aan dat het RF-signaal wordt
verstuurd. De rook- of hittemelder waarvan de knop is ingedrukt zal uit nu alarm
gaan en u zult wel de andere melders in de woonunit in alarm horen gaan. Na het
8