11. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Het apparaat
inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Open de waterkraan.
3. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
Er klinkt een korte tune. Het apparaat
stelt automatisch een
standaardprogramma voor. Het relevante
indicatielampje gaat branden.
Het display toont de programmaduur, de
maximale lading (enkele seconden), de
standaardtemperatuur, de
standaardcentrifugeersnelheid en de
aanduidingen van de fasen waaruit het
programma bestaat.
11.2 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de artikelen goed door elkaar
voordat je ze in de machine stopt.
3. Doe het wasgoed een voor een in de
trommel.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel doet.
4. Sluit de deur stevig.
LET OP!
Controleer of er geen
wasgoed tussen het
deurrubber en de deur blijft
zitten. Hierdoor kan
waterlekkage en/of schade
aan het wasgoed ontstaan.
LET OP!
Het wassen van zwaar
geoliede, vettige vlekken kan
leiden tot beschadiging van
rubberen onderdelen van het
apparaat.
11.3 Wasmiddel en
aanvullende middelen vullen
- Compartiment voor wasmiddelpods
(max. 2 pods). Zorg er bij het gebruik van
vaatwastabletten voor dat de Pods®-optie
is geactiveerd.
- Vak voor voorwasfase een in‐
weekprogramma (alleen poederwasmid‐
del).
NEDERLANDS
31