Voorbereiding
18
6.2
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting uitsluitend door gekwalificeerde
elektricien laten uitvoeren.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische spanning!
Bij het aanraken van onderdelen onder spanning dreigt
direct levensgevaar.
• Voor werkzaamheden de spanningsvoorziening ver-
breken en beveiligen tegen herinschakelen.
• Nooit de regelmodule (5) openen en nooit bedie-
ningselementen verwijderen.
VOORZICHTIG!
Gepulseerde netspanning kan schade aan de elektro-
nica veroorzaken.
• Pomp nooit met pulsbreedte modulatie gebruiken.
• Bij toepassingen waarbij niet duidelijk is of de pomp
met gepulste spanning wordt gebruikt, door de
fabrikant van de regeling/installatie laten bevestigen
dat de pomp met een sinusvormige wisselspanning
wordt gebruikt.
• In-/uitschakelen van de pomp via triacs/halfgelei-
derrelais indien nodig controleren.
• Het stroomtype en de spanning moeten overeenko-
men met de gegevens op het typeplaatje (6).
• Maximale voorzekering: 10 A, traag.
• Pomp uitsluitend met sinusvormige wisselspanning
gebruiken.
• Rekening houden met schakelfrequentie:
- In-/uitschakelingen via netspanning ≤ 100/24 h.
- ≤ 20/h bij een schakelfrequentie van 1 min. tussen
in-/uitschakelingen via netspanning.
• Elektrische aansluiting via een vaste aansluitleiding
met een connector of een meerpolige schakelaar met
ten minste 3 mm contactopeningsbreedte tot stand
brengen (VDE 0700/deel 1).
Wilo SE 07/2018