AANWIJZINGEN EN WAARSCHUWINGEN
12. AANWIJZINGEN EN WAARSCHUWINGEN
Tijdens het gebruik kunnen aanwijzingen en waarschuwingen op het display worden
weergegeven.
Waarschuwingen in het display blijven staan totdat de oorzaak is weggenomen. Een lopend
programma wordt onderbroken door een waarschuwing.
12.1 Lijst met waarschuwingen
Nr.
Displaymelding
1
Elekt. onderbr.
Deur beladingskant
2
open
4
Vergr.belad.open
7
Vergr.belad.def
9
Belad.ontgr.
11
Geen koud water
13
Geen demi-water
Geen koud + demi-
15
water
17
Prod. Dos.1 ontbreekt
20
Prod. Dos.3 ontbreekt
23
Time-out afvoer
24
Ventilator
25
Min °C droging
26
Max °C voorspoel
27
Lim °C lekbaks.
28
Lim °C luchtsonde
30
Lekbaksonde
31
Lekbaksonde 2
32
Luchtsonde
34
Temp.controle
35
Bela.seri.-toets.
REV.0.01 _COD.500244_A4
Aanduiding
Hiermee wordt tijdens een lopend programma een stroomstoring
aangeduid.
De deur aan de beladingskant is tijdens een lopend programma
open of niet vergrendeld.
De vergrendeling is ingeschakeld bij geopende deur.
Deurstoring.
Storing in de deurontgrendeling.
Storing watertoevoer (koud water).
Storing watertoevoer (demi-water).
De verwachte waterhoeveelheid bij koud water en demi-water is
niet bereikt.
Te weinig proceschemicaliën (reinigingsmiddel).
Te weinig proceschemicaliën
(naspoelmiddel/neutralisatiemiddel).
Probleem tijdens het wegpompen van het water. Het water kon
niet in de opgegeven tijd worden weggepompt.
De ventilator is met het maximale toerental aangestuurd en de
drukschakelaar is geopend.
De ventilatorschakelaar is uitgeschakeld en de drukschakelaar is
gesloten.
Tijdens de droging wordt de ingestelde temperatuur niet bereikt.
De temperatuur in de spoelruimte is hoger dan de ingestelde
waarde tijdens het voorspoelen.
De temperatuur in de spoelruimte overstijgt de maximale
waarde.
De drogingstemperatuur overstijgt de maximale waarde.
Defecte temperatuursensor – bedrijfssensor (sensor 1)
Defecte temperatuursensor – redundante sensor (sensor 2).
Storing in de sensor voor drogingstemperatuur.
Deze melding wordt weergegeven als aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
a)
De temperatuur in de spoelruimte overstijgt de
ingestelde waarde.
b)
Het verschil tussen de beide temperatuursensoren is
meer dan 2 °C.
c)
De spoelruimteverwarming of stoomverwarming is
inactief.
Er is geen verbinding tussen de hoofdprintplaat en de bediening
aan de beladingskant.
Pagina 52