8.2
Programma-opbouw
Afpompen
Dient voor het legen van de spoelruimte.
Voorspoelen
Het voorspoelen dient voor het verwijderen van grove verontreinigingen en
schuimvormende stoffen.
Reiniging
Afhankelijk van het spoelgoed wordt er normaal gesproken gereinigd op temperaturen
van 45 °C tot 65 °C. Daarbij worden geschikte reinigingsmiddelen toegevoegd.
Tussenspoelen
Tijdens het tussenspoelen worden chemicaliën uit eerdere spoelblokken verwijderd en
geneutraliseerd.
Naspoelen
Om afzettingen en corrosie op het spoelgoed te vermijden, moet er voor het
naspoelen bij voorkeur gedemineraliseerd water worden gebruikt (indien aanwezig).
Droging
Correct drogen vermindert het corrosiegevaar door restvocht op het spoelgoed.
REV.0.01 _COD.500244_A4
PROGRAMMA'S
Pagina 41