Specifieke voorschriften voor het gebruik
in gevarenzones
De volgende voorschriften zijn van toepassing
op apparatuur met het certificaatnummer:
BASEEFA04ATEX0383 brandbaar Gas
BASEEFA04ATEX0384 Zuurstoff of Toxiscke Gas
De volgende informatie bevat alle toepasselij-
ke punten van bepaling 1.0.6 uit de Essentiële
gezond-heids- en veiligheidsvoorschriften van
de ATEX-richtlijn.
De certificatie wordt als volgt aangeduid:
1.
De uitrusting kan gebruikt worden in
zones 1 en 2 als de modellen voor explo-
sieve gas-sen bestemd zijn, in zones 0,
1 en 2 als ze voor toxische gas-sen en
zuurstofgassen bestemd zijn, en voor gas-
sen en dampen van de groep IIA, IIB en IC
voor de temperatuurklassen T1, T2, T3 en
T4
2.
De uitrusting is gecertificeerd voor het
gebruik bij een omgev-ingstemperatuur
van –20°C tot +65°C (-4ºF tot +149ºF).
De uitrusting mag niet buiten dit bereik
gebruikt worden.
3.
Overeenstemming met de essentiële ver-
eisten met betrekking tot gezondheid en
veiligheid is verzekerd door overeenstem-
ming met EN60079-0:2004 + wijz. 1& 2
EN60079-1:2004 en EN60079-11:2006
Overeenstemming
prestatiemeetvoorschriften
EN50057,
EN61779-1,
EN50104 en EN50270 werd gecertificeerd
door Lloyd's Register.
4.
De reparaties van dit toestel en de ver-
vanging van de gassensoren moet gebeu-
ren door de fabrikant of door opgeleid
personeel, in overeenstemming met de
procedures in de handleiding.
5.
Als de apparatuur waarschijnlijk in contact
zal komen met bijtende stoffen dan is het
de verantwoordelijkheid van de gebruiker
om de nodige voorzorgsmaatregelen te
nemen om te voorkomen dat het nadelig
wordt beïnvloed, waardoor ook de certifi-
cering in gevaar komt.
6.
De oplaadbare batterij mag alleen in
ongevaarlijke (veil-ige) zones opgeladen
worden door ze op de voorgeschreven
Crowcon-lader aan te sluiten.
7.
In het batterijvak van het niet-herlaad-
bare batterijpakket mogen alleen de vol-
gende bat-terijtypes geplaatst worden:
CR2 alleen van de navolgende merken:
Panasonic, GP, Energiser en Maxwell.
Gebruik geen Duracell batterij.
De batterijen mogen alleen in een
ongevaarlijke (veilige) zone opgela-
den worden.
8
De uitrusting is niet gecertifi-ceerd voor
het gebruik in een atmosfeer die meer dan
21 % zuurstof bevat.
met
gasdetectie-
EN50054,
EN61779-4,