In deze tabel ziet u hoe het tijdsinterval wordt toegepast op de
vaartuigen in de lijst voor het bijhouden van posities.
Schip
Tijd
Schip 1 0 minuten (onmiddellijk na starten van positie bijhouden)
Schip 2 5 minuten
Schip 3 10 minuten
Schip 1 15 minuten
Schip 2 20 minuten
Schip 3 25 minuten
Schepen op de lijst voor positie bijhouden weergeven
en deactiveren
De vaartuigen die u in de lijst voor positie bijhouden wilt laten
staan maar niet actief wilt volgen, kunt u deactiveren.
1
Selecteer DSC > POS. TRACKING > VESSELS.
2
Selecteer een schip.
3
Selecteer OFF.
Een vaartuig verwijderen uit de lijst met bijgehouden
posities
Vaartuigen die u niet meer wilt volgen, kunt u verwijderen uit de
lijst met vaartuigen waarvan u de positie bijhoudt.
1
Selecteer DSC > POS. TRACKING > DELETE.
2
Selecteer een schip.
3
Selecteer YES.
Oproeplog
Wanneer de marifoon een DSC-oproep ontvangt, worden de
datum en tijd, het oproepende station en het type oproep
opgeslagen in het oproeplog. De marifoon slaat ook de breedte-
en lengtegraad op van het oproepende station, als die gegevens
met de oproep worden meegezonden.
DSC-oproepen worden opgeslagen als noodoproep,
positieoproep of andere oproepen.
Type oproep
Noodoproep
Doorgegeven noodoproep
Bevestiging van noodoproep
Positie verzenden
Positieaanvraag
Groep
Alle schepen
Persoonlijk
Wanneer u een oproepend station invoert in de schepenlijst,
wordt de naam van het station weergegeven in de lijst met
oproepen. Als het oproepende station niet is opgeslagen in de
schepenlijst, wordt het MMSI-nummer weergegeven in de lijst
met oproepen. Het stationstype wordt aangegeven met een
symbool.
Symbool
Betekenis
Scheepsstation
Groepsoproep
Kuststation
De oproepen in het oproeplog weergeven
1
Selecteer DSC > CALL LOG.
2
Selecteer een oproeplogcategorie.
3
Selecteer een oproep.
Informatie over de oproep wordt weergegeven op het
scherm.
8
Oproeplog
Noodoproep
Noodoproep
Noodoproep
Positie
Positie
Overige
Overige
Overige
MMSI-nummerindeling
XXXXXXXXX
0XXXXXXXX
00XXXXXXX
Een oproep plaatsen vanuit een oproeplog
Oproepen die worden geplaatst vanuit het oproeplog, worden
geplaatst als persoonlijke standaardoproepen.
1
Selecteer DSC > CALL LOG.
2
Selecteer een type oproeplog.
3
Selecteer het MMSI-nummer of de stationsnaam.
4
Selecteer CALL.
5
Selecteer een kanaal waarop u de oproep wilt verzenden
(Kanalenlijst, pagina
11).
De marifoon verzendt het kanaalverzoek tegelijk met uw
oproep.
6
Selecteer CALL.
Een schip of station vanuit het oproeplog opslaan in
de schepenlijst
1
Selecteer DSC > CALL LOG.
2
Selecteer een oproeplogcategorie.
3
Selecteer het MMSI-nummer dat u wilt opslaan.
4
Selecteer SAVE.
5
Voer een naam in voor het opgeslagen vaartuig of station of
bewerk dit (optioneel)
(Tekst invoeren, pagina
Een item uit het oproeplog verwijderen
1
Selecteer DSC.
2
Selecteer een oproeplogcategorie.
3
Selecteer het MMSI-nummer of station.
4
Selecteer
.
5
Selecteer DELETE.
Schepenlijst
U kunt de MMSI-nummers van vaartuigen en stations opslaan
en hieraan namen toewijzen zodat u deze snel kunt vinden of
eenvoudig kunt herkennen.
Vaartuigen en stations bekijken die zijn opgeslagen in
de schepenlijst
1
Selecteer DSC > DIRECTORY > DIRECTORY.
2
Selecteer een opgeslagen vaartuig of station.
Een item toevoegen aan de schepenlijst
1
Selecteer DSC > DIRECTORY > ADD ENTRY.
2
Voer het MMSI-nummer in
3
Voer een naam in (optioneel).
4
Selecteer ACCEPT.
Een item in de schepenlijst bewerken
1
Selecteer DSC > DIRECTORY > EDIT ENTRY.
2
Selecteer een item.
3
Bewerk het MMSI-nummer, de naam of beide
invoeren, pagina
4).
4
Selecteer ACCEPT.
Een item uit de schepenlijst verwijderen
1
Selecteer DSC > DIRECTORY > DELETE.
2
Selecteer een item.
3
Selecteer YES.
Een groep toevoegen
Een DSC-groep is een verzameling specifieke vaartuigen,
bijvoorbeeld een zeilclub of een vloot, met een
gemeenschappelijk MMSI-nummer.
1
Selecteer DSC > GROUP > ADD ENTRY.
2
Voer het MMSI-nummer van de groep in
pagina
4).
4).
(Tekst invoeren, pagina
4).
(Tekst
(Tekst invoeren,
Digital Selective Calling (DSC)