Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rendamax R500 Series Technische Documentatie pagina 36

Inhoudsopgave

Advertenties

Rendamax
Bij de waterhardheid dient onderscheid gemaakt te worden tussen:
a Tijdelijke hardheid:
Dit wordt ook wel carbonaathardheid genoemd. Vorming van aanslag geschiedt bij hogere
temperaturen en laat zich gemakkelijk verwijderen.
b Blijvende hardheid:
Mineralen (bijvoorbeeld calciumsulfaat) uit het water die zich afzetten als functie van zeer
hoge oppervlaktetemperaturen.
De waterhardheid als waarde wordt in het algemeen uitgedrukt in "graden Duitse hardheid" (°dH)
en kent de volgende indeling:
zeer zacht
zacht
matig hard
hard en zeer hard
Het systeem dient zacht tot matig hard water te bevatten met een waterhardheid niet groter dan
w
14°dH bij een aanvoertemperatuur van 80°C en ∆t 20 K.
Alvorens water te suppleren, dient steeds de hardheid en chloridewaarde van het systeemwater te
worden vastgesteld.
Bij grotere installaties zal tijdens de bouw vaak één ketel moeten werken. Regelmatig zullen
nieuwe groepen worden bijgeschakeld hetgeen gepaard gaat met toevoeging van vers water.
Daarnaast komt het voor dat ten gevolge van lekkages groepen worden afgekoppeld, gerepareerd
en opnieuw gevuld. In deze omstandigheden werkt de enige in bedrijf zijnde ketel vaak op volle
belasting en is de kans op ketelsteenvorming aanwezig. Daarom dient het suppletiewater te zijn
onthard.
Voor een goede werking van de ketel en het systeem wordt toepassing van waterontharders aan-
bevolen. Op "dode punten" in het systeem kunnen zich grotere stationaire bellen vormen waarvan
de samenstelling sterk kan variëren (naast zuurstof en stikstof zijn bijv. waterstof en methaan
aangetoond). Zuurstof bevordert corrosie. Corrosiedeeltjes vormen met overige verontreinigingen
een slibafzetting (magnetiet) die onder invloed van zuurstof weer putcorrosie veroorzaakt.
Het toepassen van een luchtafscheider met een automatische ontluchter wordt sterk aanbevolen.
Indien een ontluchter wordt toegepast, dient deze bovenop de verdeler te worden geplaatst.
De chloridewaarde mag de 200 mg/l nooit overschrijden.
y
Indien dit wel het geval is, moet de oorzaak achterhaald worden. Vergelijk de chloridewaarde van
het suppletiewater en het CV-water. Zou dit gehalte veel hoger zijn, dan duidt dat op indikking, in-
dien geen stoffen zijn toegevoegd die chloriden bevatten. Indien chloride in een zeer hoog gehalte
aanwezig is, wordt het water agressiever door de completerende werking (o.a. foutief geregene-
reerde waterontharder). Het systeem moet gespoeld en opnieuw gevuld worden met chloride-arm
water.
Om onnodige slijtage en verstopping als gevolg van in het systeem aanwezige verontreinigingen
tegen te gaan adviseren wij toepassingen van een fi ltersysteem met een maaswijdte van 100 mi-
cron. Plaats deze altijd in de retour van het secundaire gedeelte van het systeem.
Om een goed werkend systeem en de levensduur te kunnen garanderen moet men gesuspendeer-
de en corrosie producerende deeltjes verwijderen met behulp van een goed gekozen en geplaatst
fi ltersysteem.
Het analyseren van het systeemwater en het reinigen van de fi lters behoort tot de periodieke
inspectie.
Indien er voornemens zijn chemicaliën (zoals inhibitors) aan het water toe te voegen dient men
vooraf contact op te nemen met uw Rendamax leverancier. Zij kunnen tevens advies geven over
30
ca. 0 - 3°dH
ca. 3 - 9°dH
ca. 9 - 14°dH
meer dan 14°dH
Doc1002/500nl

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave