Rendamax
R501
R502
R503
R504
R505
R506
R507
Tabel 6 Luchttoevoeraansluiting
De aansluiting van het luchttoevoerkanaal is altijd aan de achterzijde van de ketel.
Meerdere ketels mogen niet zonder meer samen worden aangesloten op hetzelfde luchttoevoer-
of rookgasafvoerkanaal. Neem hiervoor contact op met uw Rendamax leverancier.
In verband met sneeuw moet de luchttoevoer minimaal 30 cm bovendaks uitsteken en voorzien
zijn van een kruiskap.
De uitmondingsopening dient minimaal 100 cm bovendaks te eindigen, uitgaande van een plat
dak. Het is aan te bevelen de rookgasafvoer te voorzien van een conische uitmonding.
Om vorming van hinderlijk condenswater te voorkomen wordt geadviseerd het luchttoevoerkanaal
aan de buitenzijde dampdicht te isoleren.
Fig. 7
Hoogte luchttoevoer en rookgasafvoer
De onderlinge maaiveld-afstand tussen uitmonding rookgasafvoer en opening luchttoevoer moet
ten minste de breedte van de ketel bedragen.
Type
Diameter luchttoevoer D1 (mm)
R301
R302
R303
R304
R305
R306
R307
Doc1002/500nl
100
100
125
125
150
180
180
21