Storing
Het cv-toestel verwarmt niet en
de pomp is in gebruik.
Het cv-toestel verwarmt onvol-
doende of verwarmt met onvol-
doende vermogen
Het cv-toestel warmt op, maar is
luidruchtig
Het cv-toestel levert warmte aan
de cv-installatie en aan TUV/ZZ/
MINT maar geeft een aanbeve-
ling.
Het cv-toestel levert warmte
(zonder vraag) aan de cv-installa-
tie en aan TUV/ZZ maar geeft een
aanbeveling
Tabel 17 Storingen en storingen verhelpen
Een "reset" van het cv-toestel wordt als volgt uitgevoerd:
▶ Houd / en
ca. 10 seconden ingedrukt
▶ Of de voedingsspanning van het cv-toestel uit- en weer inschakelen
Weergave van de temperaturen aan de sensoren:
▶ Druk tegelijk de toets . en
Tronic Heat 3000-3500 – 6721825535 (2020/09)
Weergave
Oorzaken
De temperatuurwaarde
Geen afstandsbedieningssignaal
brandt op het display of er is
geen verwarmingselement in
gebruik (tabel 10, blz. 31)
en de controlelamp van de re-
geling van de warmtedistribu-
tie gaat niet branden.
Het cv-toestel verwarmt het
Het vermogen van het cv-toestel is
cv-water (gebouw) niet tot de
niet goed gedimensioneerd voor het
ingestelde temperatuur.
verwarmingssysteem.
Laag ketelvermogen geselecteerd
(par. PA02) of lage cv-watertempe-
ratuur.
Onjuiste besturingsparameter gese-
lecteerd
Niet alle vermogenstrappen schake-
len in, defecte besturingselektronica
Niet alle vermogenstrappen schake-
len in, defect stroomrelais
Niet alle vermogenstrappen schake-
len in, defect verwarmingselement
In de toevoer van het cv-toestel zijn
niet de drie fasen aanwezig
Verhoogd geluidsniveau tij-
Lucht in de pomp
dens het gebruik van het cv-
toestel (het schakelen van de
vermogensrelais betekent niet
Lucht in de cv-installatie of in de
dat het geluidsniveau van het
warmtewisselaar van het cv-toestel
cv-toestel toeneemt)
Lage verwarmingswaterstroom door
het cv-toestel
Op het display knippert Er10 Einde van de levensduur van het
relais
Op het display knippert Er12 Als het hydraulische systeem correct
is, is de waarschijnlijke oorzaak het
vastlopen van het relaiscontact.
in
Remedie
▶ Wacht tot het signaal van de regeling van
de warmtedistributie is ingeschakeld,
controleer de instellingen van de regeling
van de warmtedistributie (bel de service,
elektrotechnicus).
▶ Bel het installateursbedrijf, controleer het
verwarmingsproject.
▶ Schakel andere of alle vermogenstrappen
van het cv-toestel in.
▶ Controleer de instelling van de parame-
ters van de geselecteerde regeling.
▶ Neem contact op met de service.
▶ Neem contact op met de service.
▶ Neem contact op met de service.
▶ Neem contact op met de service of elek-
trotechnicus.
▶ Open alle ventielen van de cv-installatie
en laat het water door het systeem circule-
ren. De pomp wordt ontlucht.
▶ Ontlucht de cv-installatie.
▶ Maak het filter voor het cv-toestel schoon,
open de thermostaatkoppen van de radia-
toren (bel de service).
▶ Neem contact op met de service. Vervang
de relais en laat de teller op nul zetten
(SE26).
▶ Stel de naloop van de pomp ten minste in
op PA01=3.
▶ Wacht op de temperatuurnivellering.
▶ Neem contact op met de service. Laat het
betreffende relais vervangen.
Storingen
45