Productietest en inbedrijfstelling
6.2.3 Kapaarding aansluiten
Aardingsleiding (2) van de kap met tweede stekkeraansluiting van de vlakke apparaatstekker (1) verbinden.
X
6.3
Veiligheidsapparaten monteren
Informatie over de aansluiting en parametrisering van de veiligheidssensoren en de in- en uitgangen en over de
inbedrijfstelling vindt u in het bedradingsschema.
Veiligheids- en aansturingsvoorzieningen monteren.
X
Kabels correct in de kabelkanalen leggen.
X
Elektrische installatie, zie bedradingsschema.
6.4
Bedieningselementen/schakelaar/knop monteren
Elektrische installatie, zie bedradingsschema.
Bedieningselementen zo monteren dat gebruikers zich niet in gevaarlijke gebieden kunnen begeven.
X
6.5
Inbedrijfstelling deurinstallatie
Informatie over de aansluiting en parametrisering van de veiligheidssensoren en de in- en uitgangen en over de
inbedrijfstelling vindt u in het bedradingsschema.
6.5. 1
Controleboek bijhouden
Veiligheidsanalyse uitvoeren.
X
Gemonteerde opties in de veiligheidsanalyse voor de eigenaar invoeren.
X
6.6
Demonteren
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel!
Bij het bedienen van de kap kunnen personen gewond raken.
Kap uitsluitend met twee personen hanteren.
X
PAS OP!
Gevaar voor letsel door stoten en beknellen!
Beveilig de schuifdeur tegen onbedoelde bewegingen.
X
Ontkoppel de accu.
X
Demontage gebeurt in de omgekeerde volgorde van montage.
24
1
2
Powerdrive Productserie