Monteren
De aandrijving is correct gemonteerd, als het schroefkanaal (8) voor de schroef (7) bedekt wordt.
Schroef (7) (M6 × 40) inschroeven
X
(aanhaalmoment ca. 10 Nm).
Schroeven (6) aan de onderste spanklem
X
aandraaien (aanhaalmoment ca. 10 Nm).
De aandrijving is nu op de montageplaat
vastgezet.
7.6
Toegang tot 230 V-aansluiting bij gemonteerde aandrijving
Kap (3), e-kap (2) en zijdeel (1) verwijderen.
X
Stekkerverbinder uit de stekkers (4) van het
X
stekkerpaneel nemen.
Bij het verwijderen van de aardingsschroef
X
op de tandwielschijf letten.
Aardingsschroef (5) verwijderen en bewaren.
X
Vlakbandkabel (6) van het stekkerpaneel (7)
X
verwijderen.
28
6
7
4
1
Powerturn
8
6
2
5
6
7
3