Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht aan de achterwand van het
apparaat wordt warm.
Daarom moet de meubelombouw zoda-
nig zijn geconstrueerd dat een goede
luchttoevoer en luchtafvoer gewaar-
borgd zijn.
De lucht wordt via de sokkel van het
apparaat toegevoerd.
Voor de luchtafvoer moet aan de ach-
terkant van het apparaat een luchtaf-
voerkanaal van minstens 50 mm diepte
worden geplaatst.
De doorsnede hiervan en ook die van
de ventilatiegleuven in de sokkel, de
meubelombouw en onder het plafond
moet minstens 200 cm
dat de warme lucht ongehinderd kan
worden afgevoerd.
Is dat niet het geval, dan moet de com-
pressor meer presteren, wat meer
stroom vergt.
De luchttoevoer- en luchtafvoergleu-
ven mogen niet worden afgedekt of
geblokkeerd.
Bovendien moeten ze regelmatig
stofvrij worden gemaakt.
2
bedragen, zo-
Montage-instructies
Voordat u het apparaat
inbouwt
^ Haal de bevestigingslijst, de afdich-
tingsband en andere toebehoren uit
het apparaat of van de achterwand
van het apparaat af.
^ Verwijder de kabelhouder van de
achterwand van het apparaat.
^ Controleer of de delen aan de achter-
wand van het apparaat nergens te-
genaan kunnen komen.
Buig eventueel in de weg zittende
delen voorzichtig weg.
31