• Bij bekende of acute hartritmestoornissen (aritmieën) en
andere ritme- en geleidingsstoornissen van het hart.
• Bij toevallen (bijv. epilepsie).
• Tijdens de zwangerschap.
• Bij kanker.
• Na operaties waarbij versterkte spiersamentrekkingen
het genezingsproces kunnen verstoren.
• Op acuut of chronisch aangedane (verwonde of ontsto-
ken) huid, bijvoorbeeld bij pijnlijke en pijnloze ontstekin-
gen of rode plekken.
• Bij huiduitslag (bijvoorbeeld allergieën), brandwonden,
kneuzingen, zwellingen en open of genezende wonden.
• Op genezend littekenweefsel na operaties.
• Wanneer u tegelijkertijd bent aangesloten op een chirur-
gisch apparaat met hoge frequentie. In dat geval kan het
apparaat brandwonden veroorzaken onder de velden
voor de stroomprikkels.
• Onder invloed van pijnstillers, alcohol of slaapmiddelen.
• Tijdens werkzaamheden waarbij een onvoorspelbare
reactie (bijvoorbeeld versterkte spiersamentrekking on-
danks lage intensiteit) gevaar kan veroorzaken, bijvoor-
beeld tijdens het autorijden of het bedienen van een ma-
chine.
• Op slapende personen.
• Gebruik dit apparaat niet tegelijk met andere apparaten
die elektrische impulsen aan uw lichaam afgeven.
• Het apparaat is geschikt voor privégebruik.
• Om hygiënische redenen mag de manchet slechts door
één persoon worden gebruikt.
• Voorkom dat metalen voorwerpen tijdens de stimulatie
in contact kunnen komen met de elektroden, omdat dit
kan leiden tot plaatselijke brandwonden.
• Bij acute of chronische aandoeningen aan het maag-
darmstelsel.
• Bij de aanwezigheid van metalen implantaten.
• Bij mensen die een insulinepomp dragen.
• In omgevingen met een hoge luchtvochtigheid, zoals in
badkamers of tijdens het nemen van een bad of tijdens
het douchen.
De elektroden mogen niet worden toegepast:
• Op en nabij het hoofd: hier kan het apparaat krampaan-
vallen veroorzaken.
• Op en nabij de hals/halsslagader: hier kan het apparaat
een hartstilstand veroorzaken.
• Op en nabij de keel en het strottenhoofd: hier kan het ap-
paraat spierverkrampingen veroorzaken, die verstikking
tot gevolg kunnen hebben.
• Op en nabij de borstkas: hier kan het apparaat het risico
op kamerfibrilleren verhogen en een hartstilstand ver-
oorzaken.
Raadpleeg voor gebruik uw arts als u:
• Lijdt aan acute ziekten, in het bijzonder bij vermoede of
geconstateerde bloedstollingsstoornissen, aanleg voor
trombo-embolische aandoeningen en bij kwaadaardige
nieuwvormingen.
• Diabetes of een andere ziekte hebt.
7