Inhoudsopgave
Advertenties
3. Installatie
3.1. Plaatsen boiler
ä
Waarschuwing!
De boiler en inlaatcombinatie mogen, in verband met
bevriezingsgevaar, alleen in vorstvrije ruimten worden
geplaatst.
De boiler moet staand op een vlakke ondergrond met voldoende
draagvermogen neergezet te worden.
Plaats de boiler zo dicht mogelijk bij de tappunten om
waterverspilling te voorkomen. Als dit niet mogelijk is, moet de
tapwaterinstallatie met een circulatiepomp uitgevoerd worden
(volgens de voorschriften in de Waterwerkbladen).
Aan beide zijden van de wisselaarbehuizing dient 50 cm ruimte te
zijn voor onderhoudswerkzaamheden. Zorg er tevens voor dat de
warmwater-, de koudwater- en recirculatie-aansluiting bereikbaar
zijn.
Om de noodzakelijke 85 °C cv-watertemperatuur te realiseren kan
de ketel met een Aan/Uit-contact (potentiaalvrij) geregeld worden.
Indien de oplaadboiler aangesloten wordt met een wisselklep op de
ketel voor boilervoorkeur dan dient het AAN/UIT-contact op de
boileringang van de ketel aangesloten te worden.
Indien er gebruik gemaakt wordt van een 'stand-alone' ketel of
wisselklepschakeling, is het aan te bevelen gebruik te maken van
een moderne modulerende gasgestookte cv-ketel met voldoende
regelbereik en geringe waterinhoud. Het warmtevraagcontact kan
worden gebruikt om het boilervraagprogramma van de ketel te
activeren.
3.2. Aansluitprincipe
3
ES-uitvoering; indien uitsluitend warm tapwater.
M
4
3
DDS-uitvoering; indien cv ˃ 45 kW.
Legenda
1
Boiler OLB-2
2
Warmtewisselaar+oplaadpomp+regelaar
3
Cv-toestel
4
Radiator(en)
1
2
1
2
9
Advertenties
Inhoudsopgave
