Met behulp van de drukknop op de regeling kan de gewenste
tapwater temperatuur en de bedrijfstand van de boiler worden
ingesteld.
Door herhaaldelijk op de knop te drukken kunnen de volgende
waarde ingesteld worden:
Off
●
N1 - 60 °C
●
N2 - 65 °C
●
N3 - 70 °C
●
Verhoogd bedrijf - 75 °C (maximaal 2 uur; contact A klem 2/3).
●
Houd bij de instelling van de gewenste tapwatertemperatuur
rekening met de benodigde cv-aanvoertemperatuur.
Zolang er geen storing opgetreden is en de boiler is in rust (er
wordt niet opgeladen), wordt afwisselend gedurende drie seconden
de bedrijfstoestand en de temperatuur in het boilervat (TT1)
getoond.
Zolang er geen storing is en er wordt geladen of nagedraaid,
●
wordt afwisselend gedurende drie seconden de
bedrijfstoestand en vijf seconden de laadtemperatuur (TT3)
getoond.
Indien er sprake is van een storing wordt de storingscode
●
weergegeven, afwisselend met de hoogste temperatuur (TT1 of
TT3). Indien er meerdere storingen aanwezig zijn, wordt de
storing met de hoogste prioriteit getoond.
4.3. Toerentalregeling oplaadpomp
De regelaar is voorzien van een elektronische uitgang voor het in
toerental regelen van de oplaadpomp. Met behulp van een PI-
regeling wordt op basis van het verschil tussen de gewenste en
gemeten laadtemperatuur het gewenste toerental bepaald. Bij een
te hoge laadtemperatuur neemt het toerental toe en bij een te lage
laadtemperatuur neemt het toerental af. De pompschakelaar op de
pomp dient in stand 3 te staan.
4.4. Diagnose menu
Wanneer gedurende vijf seconden op de drukknop wordt
●
gedrukt, wordt het diagnose menu getoond en kan daarna door
de drukknop in te drukken achtereenvolgens de
storingshistorie opgeroepen worden.
Door nogmaals vijf seconden op de drukknop te drukken, of na
●
tien minuten niet drukken valt de displayweergave terug naar
de standaard weergave.
Het diagnosenummer en de waarde worden afwisselend
●
getoond. Het diagnosenummer gedurende 1 seconde en de
waarde gedurende 3 seconden.
Nr.
Diagnose
So
Software (product) versie
D0
Bedrijfsstatus
D1
T1 boilertemperatuur
D2
T2 stoptemperatuur
D3
T3 laadtemperatuur
D4
T4 cv-aanvoertemperatuur
D5
Toerental laadpomp (PL)
D6
Ketelvermogen in bedrijf ID17
(2)
Foutcode (indien aanwezig)
Ex
1) OF = uit | FL = vorstbewaking actief |
nr = normaal rust | nL = normaal laden |
hr = verhoogd bedrijf rust | hL = verhoogd bedrijf laden.
2) x = de index van de fouthistorie lijst (begint met 0). De laatste tien
voorgekomen fouten staan in de lijst. De oudste fout staat achteraan.
3) XX = foutcode.
Waardebereik
00 - 99
(1)
OF, FL, nr, nL, hr of hL
00-99 (°C) / -- in geval van
storing sensor
00-99 (°C) / -- in geval van
storing sensor
00-99 (°C) / -- in geval van
storing sensor
00-99 (°C) / -- in geval van
storing sensor
®
Alleen indien OpenTherm
ketel aangesloten
(3)
XX
13