Origineelformaat opgeven
Het origineelformaat opgeven zodat het juiste gebied wordt gekopieerd:
Druk op Kopiëren op het aanraakscherm en druk dan op het tabblad Opmaakaanpassing.
1.
2.
Selecteer Origineelformaat.
a.
De printer kan de eerste pagina van de originelen vooraf scannen om het gebied te bepalen
dat moet worden gekopieerd. Druk op Auto-herkenning.
Als het te kopiëren gebied overeenkomt met een bepaald papierformaat, drukt u op Formaat
b.
handmatig invoeren aan en vervolgens op het gewenste papierformaat. Om de gehele lijst
te bekijken, drukt u op de schuifpijlen.
c.
Als het origineel pagina's van verschillende formaten bevat, drukt u op Originelen van
gemengde formaten.
Druk op Opslaan.
3.
Randen van kopieën wissen
U kunt de randen van uw kopieën wissen door de te wissen hoeveelheid aan de rechter-, linker-,
boven- en onderrand op te geven.
Randen op kopieën wissen:
1.
Druk op Kopiëren op het aanraakscherm en dan op het tabblad Opmaakaanpassing.
2.
Druk op Randen wissen.
3.
Dezelfde hoeveelheid van alle randen wissen:
a.
Druk op Alle randen.
b.
Druk op de toets plus of min (+/–).
4.
Verschillende hoeveelheden voor de randen opgeven:
a.
Druk op Afzonderlijke randen.
b.
Druk op de toets plus of min (+/–) voor elke rand.
c.
Als u 2-zijdige kopieën hebt geselecteerd: om op te geven hoeveel moet worden
verwijderd vanaf elke rand op Zijde 2, drukt u op de toets plus of min (+/–) of drukt u op
Zijde 1 spiegelen.
5.
Druk op Tot rand afdrukken om het wissen van randen te annuleren.
6.
Om de richting van het origineel op te geven wanneer u het origineel in de AOD of op de glasplaat
plaatst, drukt u op Origineelrichting en vervolgens op Staande beelden of op Liggende beelden
(van boven naar links) en drukt u daarna op Opslaan.
Opmerking:
Als vooraf ingestelde waarden zoals Wissen perforatie of Wissen kop-/voettekst
eerder zijn opgeslagen, kunt u op de voorinstelling in de linkeronderhoek van het venster drukken.
7.
Druk op Opslaan.
WorkCentre 7120/7125 Multifunctionele printer
Kopiëren
Gebruikershandleiding
111