Algemene informatie
Kenmerk/functie
Barcodefunctie
Softwarecompatibiliteit
Interfaceaansluiting
Let op—Kans op bescha-
diging: Raak de netwerkcon-
nector niet aan als de
printer is ingeschakeld.
Een voorbeeldpagina afdrukken
Aan de hand van de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u een enkel blad papier plaatst zodat u een voorbeeldpagina
kunt afdrukken.
1
Stel de formulierdiktehendel in op positie 1.
2
Zet de printer aan.
Het aan/uit-lampje gaat branden, het lampje Paper Out (Papier op) gaat knipperen en het standaard lampje voor
lettertype gaat ook branden.
Alle modellen
De volgende barcodes zijn in de printer opgeslagen:
•
3 of 9
•
Codabar (NW‑7)
•
Code 39
•
Code 128
•
Interleaved 2 of 5
•
UPC‑A
•
UPC‑E
•
EAN 8
•
EAN 13
•
PostNet
Opmerking: Raadpleeg voor meer informatie over de barcodefunctie de Technical Reference
(alleen Engelstalig) op de website van Lexmark www.lexmark.com.
•
Compatibel met alle softwaretoepassingen met ondersteuning voor IBM- of Epson-emulatie.
•
Compatibel met Okidata MICROLINE-emulatie (met de M320 turbo) die standaard op de 9-
draads printer en 2580/2581-printermodellen zit.
Hiermee kan de printer worden aangesloten op alle computers die zijn uitgerust met een compa-
tibele interface.
Zowel parallelle als USB-interfaces behoren tot de standaardmogelijkheden. De interne seriële
interface (RS‑232) is optioneel voor de 2580/2581- en 2590/2591-modellen.
De netwerkoptie is standaard op de 2580n/2581n- en 2590n/2591n-modellen
11