eenvoudig opnamen maken
EENVOUDIGE OPNAMEN VOOR BEGINNERS (MODUS SMART AUTO)
De gebruiksvriendelijke functie SMART AUTO stemt de
camcorder automatisch af op de opnameomstandigheden, waardoor
ook beginners een optimaal resultaat kunnen
.
verkrijgen
CONTROLE VOORAF
Selecteer de opnamemodus (
Raak het aanraakvlak SMART AUTO (
1.
•
De indicators SMART AUTO(
(
) worden tegelijkertijd weergegeven.
2.
Pas het onderwerp op het LCD-scherm aan.
•
De camcorder detecteert het onderwerp en selecteert automatisch een scènetype.
•
Afhankelijk van het gedetecteerde scènetype wordt het overeenkomstige pictogram weergegeven.
: Wordt weergegeven bij het maken van landschapsopnamen.
: Wordt weergegeven bij het opnemen met een felverlichte achtergrond.
: Wordt weergegeven bij het maken van nachtopnamen.
: Wordt weergegeven bij het maken van nachtelijke portretten in een buitenomgeving.
: Wordt weergegeven bij het maken van binnenopnamen.
: Wordt weergegeven bij een portretopname.
: Wordt weergegeven bij opnamen van dichtbij.
Druk op de knop Opname starten/stoppen of op de knop PHOTO. pagina 35~36
3.
•
Voor het opnemen van video's drukt u op de knop Opname starten/stoppen. Voor het maken van foto's drukt
u op de knop PHOTO.
4.
To cancel SMART AUTO mode, touch the SMART AUTO (
•
De indicator SMART AUTO(
•
Knoppen die niet kunnen worden gebruikt bij gebruik van de SMART AUTO-stand.
Knop MENU / knop OK / enz. De meeste instellingen worden automatisch aangepast in de modus SMART AUTO.
Wanneer u zelf functies wilt instellen of aanpassen, dient u eerst de modus SMART AUTO te activeren.
•
Vóór het opnemen moet SMART AUTO worden ingesteld.
•
Als er geen scène wordt gedetecteerd, verschijnt het pictogram (
•
De camcorder detecteert de portretstand mogelijk niet bij het fotograferen van een gezicht, afhankelijk van de positie van
het gezicht of de helderheid.
•
Afhankelijk van de omstandigheden, zoals verlichting, het trillen van de camcorder of de afstand tot het onderwerp, kan
dezelfde scène op verschillende wijzen worden gedetecteerd.
•
Wanneer u meer dan twee scènes tegelijk opneemt, is de prioriteitsvolgorde voor het SMART AUTO-pictogram zoals
hieronder weergegeven:
Night Portrait (Nachtportret) > Portrait (Portret) > Macro (Macro) > White (Witbalans) > Landscape (Landschap) >
Night (Nacht) > Indoor (Binnen)
Bijvoorbeeld,
a) Als tegelijkertijd een portret en een binnenopname worden gemaakt, wordt Portret geactiveerd.
38
b) Als tegelijkertijd een nachtportret en een nachtopname worden gemaakt, wordt Nachtportret geactiveerd
) door op de MODE-knop te drukken. pagina 24
/
) aan.
SMART
AUTO
SMART
) en Anti-Shake(HDIS) (Anti-tril(HDIS))
AUTO
) touch button again.
SMART
AUTO
SMART
) en Anti-Shake(HDIS) (Anti-tril(HDIS)) (
AUTO
STBy
0:00:00 [475Min]
9999
1.6M
STBy
SMART
AUTO
) iverschijnt op het scherm
Afhankelijk van het gedetecteerde
scènetype wordt het overeenkomstige
pictogram weergegeven.
SMART
)
AUTO
0:00:00 [475Min]
9999
1.6M
.