06/2012
1007256-02
5.8
Aanwijzingen voor de
lampenvervanging
GEVAAR!
Verbrandingsgevaar door verkeerd lampvermogen!
Indien de oude chipkaart bij het vervangen van een lamp in
het apparaat blijft, wordt de nieuwe lampenset met een te
hoog vermogen gebruikt en kan de gebruiker ernstige ver-
brandingen oplopen.
–
Bij het vervangen van de UV-lagedruklampen moet
altijd de bijgevoegde chipkaart worden ingezet!
De UV-werking van de lampen en zodoende het bruiningseffect wordt na
verloop van tijd minder. Bij elektronisch geregelde lagedruklampen wordt dit
effectverlies gecompenseerd. De chipkaart is bestemd om de vervangingsin-
tervallen te controleren. De in het onderhoudsschema aangegeven vervan-
gingsintervallen moeten daarom in elk geval worden aangehouden.
Om de UV-straling te controleren, worden UV-filters gebruikt, b. v. de filtergla-
zen in de gezichtsbruiners. De filterwerking wordt na verloop van tijd echter
minder. De in het onderhoudsschema aangegeven vervangingsintervallen
moeten daarom in elk geval worden aangehouden.
5.8.1
Chipkaart vervangen
De chipkaart behoort bij de lange UV-lagedruklampen in de zonnehemel, in
het achterpaneel en in de ligbank van het apparaat.
De chipkaart bevindt zich in het 'onderdelencompartiment besturing'.
–
Kuip openen: zie pagina 40.
–
Chipkaart van de oude lampenset verwijderen.
–
De nieuwe chipkaart met de letters omlaag en de pijl vooruit inzetten.
–
Sluit de kuip. Daarbij moet de kuip hoorbaar vergrendelen.
Reiniging en onderhoud
Gebruiksaanwijzing – 41/76