6.6. At leetmodus
Uw weegschaal heeft een eigen instelling voor afgetrainde of gespierde personen
("atleten"). Aangezien spiercellen een vergelijkbare bio-elektrische weerstand heb-
ben als vetcellen, zou de weegschaal spiercellen kunnen verwarren met vetcellen.
Dit probleem doet zich echter alleen voor bij grote spiermassa's. De spiermassa van
een gemiddeld gespierde persoon wordt door de weegschaal niet als vetweefsel
gemeten.
De atletenmodus voorkomt een onjuiste interpretatie. In deze modus wordt met
een andere wiskundige formule het werkelijke lichaamsvetpercentage gemeten.
6.7. Oorzaken van onjuiste meetresultaten
De analyse is gebaseerd op een meting van de elektrische weerstand van het
lichaam. Eet- en drinkgewoonten in de loop van de dag en de individuele levenssti-
jl hebben een effect op de waterhuishouding. Deze zijn zichtbaar door schommelin-
gen in de weergave.
Om zo nauwkeurig mogelijke en herhaalbare analyseresultaten te verkrijgen, zorgt
u voor gelijkblijvende meetomstandigheden, want dat is de enige manier waarop
u wijzigingen over een langer tijdsverloop precies kunt beoordelen. De meest be-
trouwbare meetresultaten verkrijgt u als u de meting altijd net na het opstaan uit-
voert. Zo kunt u het best een tendens herkennen.
Ook andere factoren kunnen een invloed hebben op de waterhuishouding:
•
Na een bad bestaat de kans dat er een te laag percentage lichaamsvet en een te
hoog percentage lichaamswater wordt weergegeven.
•
Na een maaltijd kan de meting hoger uitvallen.
•
Bij vrouwen treden er cyclusgebonden schommelingen op.
•
Het lichaam kan water verliezen door toedoen van ziekte of na een lichamelijke
inspanning (sport). Wacht na een sportactiviteit 6 tot 8 uur voordat u de volgen-
de meting uitvoert.
Afwijkende of onwaarschijnlijke resultaten kunnen optreden bij:
•
Personen met osteoporose
•
Personen die een dialysebehandeling ondergaan
•
Personen die cardiovasculaire geneesmiddelen innemen
•
Personen met sterke eeltvorming op de voetzolen
•
Atleten die wekelijks meer dan 10 uur intensief trainen en een hartslag in rust
van minder dan 60 slagen/min hebben
•
Competitiesporters en bodybuilders
•
Jongeren onder de 17 jaar
Voor sporters is een atleetmodus voorzien (zie "6.6. Atleetmodus" op pagina 12).
12