Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verbrandingsgas-/Verbrandingsluchtsysteem - Dru PV-I 100/60 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

®
P O W E R V E N T
- I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
Ten behoeve van de installatie is het PowerVent® systeem in een aantal delen opgesplitst:
- Verbrandingsgas-/ verbrandingsluchtsysteem; zie paragraaf 7.3.1.
- Drukmeetleidingen; zie paragraaf 7.3.2.
- Besturingssysteem; zie paragraaf 7.3.3.

7.3.1 Verbrandingsgas-/verbrandingsluchtsysteem

De doorvoer naar buiten kan zowel door de gevel als door het dak uitgevoerd worden. De gevelventilatorunit kan
alleen uitpandig gebruikt worden. De dakventilator-unit kan zowel inpandig als uitpandig geplaatst worden. Inpan-
dige plaatsing heeft als voordeel dat de dakventilator-unit makkelijker bereikbaar is voor onderhoud.
Door de gevel;
- Uitpandig Maak een doorvoer en plaats de gevelventilator-unit aan de buitenwand (zie afb. 2d en paragraaf
7.3.1.1).
- Inpandig. Als een gevelventilator-unit om esthetische redenen niet gewenst is aan de buitenwand, kan gebruik
gemaakt worden van een inpandig geplaatste dakventilator-unit. Monteer deze samen met een bevestigingsbeu-
gel, een bocht en een geveldoorvoer (zie afb. 2e).
Door het dak;
- Inpandige (onderdakse) montage. De dakventilator-unit wordt met de bijbehorende bevestigingsbeugel onder
het dak gemonteerd (zie paragraaf 7.3.1.2.1). De dakdoorvoer kan zowel door een platdak (zie afb. 2f ) als door een
hellend dak (afb 2g) worden uitgevoerd.
Plat dak: Gebruik de "plakplaat plat dak" en een dakdoorvoer.
Hellend dak: Gebruik een "universele panset" in combinatie met een dakdoorvoer.
- Uitpandige (bovendakse) montage. Plaats de dakventilator-unit in combinatie met een bovendakse opbouw (zie
paragraaf 7.3.1.2.2).
Plat dak: Bij een plat dak bestaat de bovendakse opbouw uit een "plakplaat plat dak" en een "in- en uitlaatstuk
PowerVent bovendaks" (afb. 2h).
Het toestel moet zo afgesteld zijn dat het goed functioneert in combinatie met het PowerVent® systeem; zie Hoofd-
stuk 8 van deze handleiding, Afstellen toestel.
De diameter van het concentrische PowerVent® systeem bedraagt 60 / 100 mm. Dit systeem wordt met behulp van
een verloopstuk aangesloten op de aansluitstomp van het toestel.
Let op
- Gebruik voor het PowerVent® systeem uitsluitend het door DRU geleverde concentrische verbrandingsgasafvoer-
materiaal. Dit systeem is samen met het toestel gekeurd. DRU kan de goede en veilige werking van andere systemen
niet garanderen en accepteert hiervoor geen verantwoordelijkheid.
- Houd rekening met de minimale lengte van het PowerVent® systeem; zie paragraaf 8.2.3 en bijlage 2 met technische
specificaties.
- Houd rekening met de maximale lengte van het PowerVent® systeem; zie paragrafen 8.2.4 en 8.2.5 en bijlage 2 met
technische specificaties.
- Plaats het verloopstuk direct op de aansluitstomp; zie Afb. 1, G.
- Plaats de meetunit (venturi) binnen 1 meter, bij voorkeur vertikaal, vanaf de aansluitstomp; zie Afb. 1, F.
- Plaats de ventilatorunit op de juiste wijze.
- Gebruik 2 afzonderlijke kabels voor het stuursignaal en voor de geaarde 230V-voeding voor de ventilator.
- Plaats de stuurkabel van de ventilator in een mantelbuis.
- Plaats de geaarde 230V voedingskabel van de ventilator in een mantelbuis.
- Gebruik een geaarde 230V voedingskabel voor het aansluiten van de ventilator die voldoet aan de hiervoor gel-
dende norm.
- Zorg ervoor dat de ventilatoreenheid na installatie eenvoudig spanningsvrij gemaakt kan worden.
- Zorg ervoor dat de elektrische leidingen vrij liggen van delen die warm worden.
- Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tussen de buitenkant van het PowerVent® systeem en de wanden en/of
het plafond. Als het systeem wordt ingebouwd in bijvoorbeeld een koof, dient deze rondom uitgevoerd te worden
in onbrandbaar en hittebestendig materiaal.
- Gebruik een gelakt concentrisch systeem bij installatie in vochtige ruimtes.
- Gebruik onbrandbaar en hittebestendig isolatiemateriaal bij doorvoer door brandbaar materiaal.
- De eerste 5 meter concentrisch systeem dient door middel van onbrandbare plaat van brandbaar materiaal afge-
schermd te worden, indien de buis dichter dan 100 mm bij brandbaar materiaal komt. Indien de buis hier rondom
door brandbaar materiaal wordt omgeven, dient deze volledig omkokerd te worden met onbrandbaar materiaal en
de omkokering moet worden geventileerd.
- Warmtebruggen, door bijv. bevestigingsbeugels, dienen te worden vermeden.
- Voor grotere afstanden dan 5 meter dient een veiligheidsafstand tot brandbare materialen van 50 mm in acht te
worden genomen.
7
nl

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Powervent - 02

Inhoudsopgave