0
1DGUDDLHQ &9 RI RSZDUPHQ ERLOHU
Na het einde van CV bedrijf draait de CV-pomp na. De nadraaitijd staat van fabriekswege
ingesteld op de waarde volgens Zie § 7.3 Blz.:33. Deze instelling kan gewijzigd worden.
Bovendien gaat de pomp automatisch 1 keer per 24 uur gedurende 10 seconden draaien om
vastzitten te voorkomen. Deze automatische inschakeling van de pomp vindt plaats op het
tijdstip van de laatste warmtevraag. Om het tijdstip te wijzigen dient op het gewenste tijdstip
de kamerthermostaat even omhoog gezet te worden.
Na het opwarmen van de Quickfill boiler zorgd het nadraaien van de tapwaterpomp er voor
dat de restwarmte van de wisselaar in de boiler wordt gebracht.
De nadraaitijd van de beide pompen (cv en tapwater) wordt onderbroken als er zich een
tapwatervraag voordoet.
1
*HZHQVWH WHPSHUDWXXU EHUHLNW
De branderautomaat kan de warmtevraag tijdelijk blokkeren. De brander wordt dan gestopt.
De blokkering vindt plaats omdat de gevraagde temperatuur is bereikt. Als de temperatuur
voldoende gezakt is wordt de blokkering opgeheven.
2
=HOIWHVW
Regelmatig worden door de branderautomaat de aangesloten sensoren gecontroleerd.
Tijdens de controle voert de automaat geen andere taken uit.
3
9HQWLOHUHQ
Bij het starten van het toestel wordt allereerst de ventilator naar het starttoerental gebracht.
Als het starttoerental is bereikt wordt de brander ontstoken. Code
als er na het stoppen van de brander wordt nageventileerd.
4
2QWVWHNHQ
Als de ventilator het starttoerental heeft bereikt vindt de ontsteking van de brander middels
elektrische vonken plaats. Tijdens het ontsteken is code
ontsteekt dan vindt na ongeveer 15 seconden een nieuwe ontsteekpoging plaats. Als na 4
ontsteekpogingen de brander nog niet brandt dan valt de automaat in storing. Zie § 8.2.1.
5
&9 %HGULMI
Op de automaat kan een aan/uit of een OpenTherm thermostaat eventueel in combinatie
met een buitenvoeler aangesloten worden. Zie het elektrische schema. Bij een warmtevraag
afkomstig van een thermostaat volgt na het aanlopen van de ventilator (code
4
ontsteken (code
) en de CV bedrijfstoestand (code
Tijdens CV bedrijf wordt het toerental van de ventilator en daarmee het vermogen van het
toestel aangepast zodanig dat de temperatuur van het CV water naar de ingestelde CV-
aanvoertemperatuur toe geregeld wordt. In het geval van een aan/uit thermostaat wordt de
CV-aanvoertemperatuur op het bedieningspaneel ingesteld. In het geval van een
OpenTherm thermostaat wordt de gewenste CV-aanvoertemperatuur door de thermostaat
bepaald. Bij een buitenvoeler wordt de CV-aanvoertemperatuur bepaald door de in de
branderautomaat geprogrammeerde stooklijn. Tijdens CV bedrijf wordt de gevraagde CV-
aanvoertemperatuur op het bedieningspaneel weergegeven. De weerstand R kan verwijderd
worden als de kamerthermostaat geen anticipatiestroom nodig heeft. Zie § 10.2.
Tijdens CV bedrijf kan de maximale CV-aanvoertemperatuur ingesteld worden tussen 30 en
90°C en wordt de ingestelde CV-aanvoertemperatuur op het bedieningspaneel
weergegeven. Tijdens CV bedrijf kan door de service toets in te drukken de werkelijke CV-
aanvoertemperatuur afgelezen worden.
6
7DSZDWHUEHGULMI
De warmwatervoorziening heeft voorrang op de verwarming.
Tijdens het tappen wordt warmwater onttrokken aan de boiler. Als de temperatuur van de
boiler daalt zal het toestel aanslaan. Na het aanlopen van de ventilator (code
4
onsteken (code
) komt het toestel in tapwaterbedrijf (code
Het water wordt nu opgewarmd in het tapspiraal van de warmtewisselaar. Zolang de
gewenste temperatuur nog niet is bereikt zal het water de boiler instromen. Als het water de
gewenste temperatuur heeft bereikt zal het thermostatisch omschakelventiel omschakelen
en wordt het water uit de boiler aangevuld met het water uit de warmtewisselaar aan de
WW-installatie geleverd. Door het schakelen van het omschakelventiel wordt de in -, en
uitstroom van de boiler minder. De doorstroming van de warmtewisselaar is beperkt, bij een
afname van meer warmwater wordt de bypass aangesproken. De in-, en uitstroom van de
boiler wordt hierdoor vergroot.
De tapwatertemperatuur kan ingesteld worden met het thermostatisch mengventiel in het
tapwater circuit. (zie §7.7)
,QWHUJDV 9HUZDUPLQJ %9
3
is eveneens zichtbaar
4
zichtbaar. Indien de brander niet
3
) het
5
).
3
) en het
6
).
6