• Haal bij onweer of wanneer de projector lange tijd niet
gebruikt wordt de stekker uit het stopcontact.
• Laat alle onderhoudswerkzaamheden over aan bevoegde
onderhoudsmedewerkers. Onderhoud is nodig wanneer
de projector op de een of andere manier is beschadigd,
wanneer bijvoorbeeld de stroomkabel of de stekker
beschadigd is, wanneer er vloeistof of voorwerpen in de
projector gevallen is/zijn, wanneer het toestel in de regen
of in een vochtige omgeving heeft gestaan, of wanneer
de projector niet normaal functioneert of gevallen is.
• De projector mag niet in aanraking komen met water;
plaats ook geen voorwerpen waar vocht in zit op de
projector.
• Plaats geen voorwerpen met een onafgeschermde vlam,
bijvoorbeeld een brandende kaars, op de projector.
• Sluit de projector aan op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat er minstens 20 cm ruimte is tussen de
luchtuitlaat en bijvoorbeeld de muur.
• Zorg ervoor dat er minstens 10 cm ruimte is tussen de
luchtinlaat en bijvoorbeeld de muur.
• Gebruik de projector niet voor projectie zolang de lensdop
nog voor de lens zit.
De kans bestaat dat de lensdop smelt door de hitte, en dat
hierdoor brandwonden of letsel ontstaan.
Druk op [Image On/Off] (Beeld Aan/Uit) als u wilt
ophouden met projecteren.
• Verwijder de batterijen uit de projector of de
afstandsbediening als u de apparatuur moet laten staan op
warme plaatsen als een auto met de ramen gesloten, in
rechtstreeks zonlicht, in de buurt van de luchtin- of -uitlaat
van airconditioning of verwarming, of op plekken waar
hoge temperaturen heersen.
Wanneer de batterijen bij hoge temperaturen in de
apparatuur aanwezig zijn, kan er schade ontstaan aan de
inwendige onderdelen van de projector, die kan leiden tot
vervormingen of brand.
• Trek nooit aan de stroomkabel wanneer u de stekker uit het
stopcontact haalt.
Pak de stekker of de connector en trek hieraan.
• Zet het volume niet meteen heel hoog.
Er kan plotseling een hard geluid komen dat schade
toebrengt aan de luidspreker of aan uw gehoor. Draai uit
voorzorg het volume lager voordat u de projector uitzet en
voer het langzaam op als u de projector weer aangezet
hebt.
• Zet het volume niet te hoog wanneer u een hoofdtelefoon
gebruikt.
Wanneer u langdurig naar hoge volumes luistert, kan dit
een nadelig effect hebben op uw gehoor.
• Haal de stekker uit het stopcontact wanneer u onderhoud
pleegt.
Doet u dit niet, dan loopt u het risico een elektrische schok
te krijgen.
• Plaats de projector niet op een onstabiele wagen, stand of
tafel.
• Gebruik het type netspanning dat staat vermeld op de
projector. Als u niet precies weet welke netspanning
beschikbaar is, vraagt u uw leverancier of het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf om advies.
• Zet de projector in de buurt van een wandstopcontact waar
u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
• Controleer de specificaties van de stroomkabel. Wanneer u
een onjuiste stroomkabel gebruikt, kan er brand ontstaan of
kunt u een elektrische schok krijgen.
De bij de projector geleverde stroomkabel is ontworpen om
te voldoen aan de stroomtoevoervereisten van het land van
aanschaf.
• Neem de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer u de
stekker aanraakt. Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregelen kan leiden tot brand of elektrische
schokken.
− Steek de stekker niet in een stopcontact waarin stof
is opgehoopt.
− Steek de stekker stevig in het stopcontact.
− Raak de stekker niet aan wanneer uw handen
nat zijn.
• Sluit niet te veel apparaten aan op stopcontacten,
verlengsnoeren of stekkerdozen. Dit zou kunnen leiden tot
brand of elektrische schokken.
• Plaats de projector niet zodanig dat mensen op de kabel
kunnen gaan staan. De stekker zou beschadigd kunnen
raken of kunnen gaan rafelen.
• Haal de projector uit het stopcontact voordat u de projector
gaat reinigen. Reinig de projector met een vochtige doek.
Gebruik geen vloeibare of chemische reinigingsproducten.
• Blokkeer de aansluitingen en de opening in de
projectorbehuizing niet. Ze zorgen voor de ventilatie en
voorkomen dat de projector oververhit raakt. Plaats de
projector niet op een sofa, een vloerkleed of een ander
zacht oppervlak en niet in een afgesloten kast, tenzij de
ruimte op de juiste wijze wordt geventileerd.
• Duw nooit objecten van welk type dan ook door de
openingen in de behuizing. Zorg dat u geen vloeistoffen
in de projector morst.
• Haal in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact
en doe een beroep op een onderhoudstechnicus:
− Wanneer de stroomkabel of de stekker beschadigd
of gerafeld is.
− Wanneer er vloeistof in de projector terecht is
gekomen, of wanneer deze is blootgesteld aan
regen of water.
− Wanneer de projector niet op de gebruikelijke
wijze functioneert wanneer u de
bedieningsaanwijzingen volgt of wanneer de
prestaties aanzienlijk verminderen. Dit betekent
dat onderhoud vereist is.
− Wanneer u de projector hebt laten vallen of de
behuizing beschadigd is.
3