14
Installatie inspecteren en onderhouden
14.6 Inspectie- en onderhoudsprotocollen
Met de inspectie- en onderhoudsprotocollen heeft u een
overzicht van de uit te voeren inspectie- en onderhouds-
werkzaamheden.
Vul het protocol bij elke inspectie en elk onderhoud in.
B Na de inspectiewerkzaamheden moet u het protocol
ondertekenen en de datum invullen.
Inspectiewerkzaamheden
1.
Algemene toestand van de installatie controleren
2.
Visuele en werkingscontrole van de installatie
3.
Brandstof- en watervoerende installatiedelen controleren
op:
– dichtheid
– zichtbare corrosie
– verslijtverschijnselen
4.
Controleer of er vuil zit op de vuurhaard en verwarmings-
oppervlakken, neem daarvoor de installatie buiten bedrijf
5.
Branderwerking controleren
6.
Controleer de werking en de beveiliging van de rookgas-
leidingen
7.
Controleer de waterdruk en de voordruk van het expansie-
vat bij gesloten installaties
8.
Controleer de waterdruk en de voordruk bij open installa-
ties
9.
Controleer de werking van de boiler en van de anode ter
voorkoming van corrosie
10. Doelmatige instelling van het regeltoestel controleren
11. Eindcontrole van de inspectiewerkzaamheden, voer de
metingen uit en noteer de resultaten
12. Het correcte gebruik van het product is gecontroleerd en
gewaarborgd
Vakkundige inspectie met handtekening, datum en stempel bevestigen
60
Pagina
(afzonderlijke stappen)
pagina 54
Zie documentatie
van de brander
Zie documentatie
van de brander
pagina 58
pagina 58
Zie documentatie
van de boiler
Zie documentatie
van het regeltoestel
Logano GE515 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Opmerkingen