Inhoudsopgave
Advertenties
10 Inbedrijfstelling en afname
10.5 Functiecontrole
De functiecontrole van open-standhouders moet minimaal uit de volgende elementen bestaan:
a) Controle van de handmatige activering (handmatige activeringsknop of indien toegestaan door
handmatig uitdrukken);
b) Controle van de activering van de open-standhouders door controle van de brandmelders met
de door de fabrikant van de brandmelders vastgelegde testprocedure (bv. rookmelders met een
testapparaat voor rookmelders of warmtemelders met een testapparaat voor warmtemelders).
Bij open-standhouders van type 2
brandmelders alleen voor aansturing van de open-standhouders dienen;
c) Controle van het terugzetten van de brandmelders uit de alarmtoestand;
d) Controle of omgevingsinvloeden de werking van de ingebouwde open-standhouders
belemmeren;
e) Controle of factoren in de onmiddellijke omgeving van de open-standhouders negatieve
effecten op de open-standhouders hebben (bv. optreden van stof of waterdamp);
f) Controle of de werking van de open-standhouders negatief beïnvloed wordt door bouwkundige
wijzigingen en/of wisselwerking met andere werken in de onmiddellijke omgeving van de
open-standhouders (bv. latere inbouw van systeemplafond) en of de positionering van de
brandmelders voldoet aan de voorschriften van DIBt (richtlijn voor open-standhouders);
g) Controle of de brandwerende resp. rookwerende afsluiting na het activeren vrijgegeven wordt
om zelfstandig te sluiten.
1) Open-standhouders type 1 (volgens DIN 14677):
Autonome open-standhouders met rookschakelaar, netvoedingsapparaat, open-standhouder en
handmatige activeringsknop.
Open-standhouders type 2 (volgens DIN 14677):
Besturing geschiedt via de aanwezig brandmeldcentrale.
32
moet worden gegarandeerd, dat de te controleren
1)
Advertenties
Inhoudsopgave
