8 Gebruik van de FSZ Basis
8 Gebruik van de FSZ Basis
Met de FSZ Basis kunnen open-standhouders in drie verschillende varianten worden opgebouwd.
1. Volgens DIBt zonder circuitcontrole
In de laatste aan te sluiten melder moet een draadbrug van +24 V op aansluiting 5 worden gezet
(zie Afb. 5). Wordt er geen handmatige activeringsknop [HAT] aangesloten, dan moet er een
draadbrug in de FSZ op de HAT-aansluiting worden aangesloten.
Alle aan te sluiten componenten moeten gezamenlijk in een typegoedkeuring zijn vermeld.
De aansluitkabels van de rookschakelaars en handmatige activeringsknop moeten volledig in een
beschermende kabelbuis of in een kabelgoot worden gelegd. Als dit niet mogelijk is, dan moeten
de kabels gescheiden worden gelegd.
Er mogen max. 12 rookschakelaars, deurmagneten en andere verbruikers worden aangesloten.
De totale stroom mag niet meer dan 400 mA bedragen. DIP-schakelaars 1 en 2 staan op OFF.
2. Volgens DIBt met circuitcontrole
De circuitcontrole moet via de DIP-schakelaar 1 (EN 14637) worden ingeschakeld. In de laatste aan
te sluiten melder en in de handmatige activeringsknop moet telkens een afsluitmodule AM 142
of bij een ORS 142 een magneet worden aangesloten (zie Afb. 7 resp. Afb. 8). Wordt er geen HAT
aangesloten, dan moet de AM 142 in de FSZ op de HAT-aansluiting worden aangesloten.
Alle aan te sluiten componenten moeten gezamenlijk in een typegoedkeuring zijn vermeld.
Er mogen per steek 12 rookschakelaars, THM en andere verbruikers worden aangesloten.
De totale stroom mag niet meer dan 400 mA bedragen. DIP-schakelaar 1 staat op ON.
DIP-schakelaar 2 moet afhankelijk van de aansluiting op ON of OFF staan.
3. Volgens DIN EN 14637
De circuitcontrole moet via de DIP-schakelaar 1 (EN 14637) worden ingeschakeld.
In de laatste melder en in de handmatige activeringsknop moet telkens een afsluitmodule AM 142
of bij een ORS 142 een magneet worden aangesloten (zie Afb. 7 resp. Afb. 8). Wordt er geen HAT
aangesloten, dan moet de AM in de FSZ op de HAT-aansluiting worden aangesloten.
Alle aan te sluiten componenten moeten gezamenlijk in de apparatenlijst volgens DIN EN 14637 en
een typegoedkeuring zijn vermeld.
11