9 Elektrische installatie
Bij werking met 1 steek mogen max. 6 rookschakelaars op de steek worden aangesloten.
Bij werking met 2 steken mogen max. 9 rookschakelaars worden aangesloten, waarbij
max. 6 rookschakelaar op een steek toegestaan zijn. De resterende beschikbare stroom kan door
willekeurig veel THM en andere verbruikers worden verbruikt. De totale stroom mag niet meer
dan 400 mA bedragen. DIP-schakelaar 1 staat op ON. DIP-schakelaar 2 moet afhankelijk van de
aansluiting op ON of OFF staan.
De typegoedkeuring en een apparatenlijst van de volgens DIN EN 14637 erkende
systeemcomponenten zijn beschikbaar om te downloaden op www.hekatron.de.
9 Elektrische installatie
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok
In het apparaat bevinden zich onbeschermde contacten, die bij aanraking ernstig letsel door een
elektrische schok kunnen veroorzaken.
► Schakel voor montagewerkzaamheden het netsnoer van het apparaat stroomloos.
9.1 Voorschriften voor de installatie
De installatie en de elektrische aansluiting mogen alleen worden uitgevoerd door elektriciens
of elektrotechnisch geïnstrueerde personen. In het voedingsstroomcircuit moet een
scheidingsinrichting (installatieautomaat max. 10 A / uitschakelkarakteristiek B) aanwezig zijn.
De inbouwlocatie van de scheidingsinrichting moet worden vermeld in het afnameprotocol.
Kabels moeten met voldoende mechanische bescherming zijn gelegd en bevestigd en moeten
voldoen aan de eisen die de betreffende ruimte stelt. Bij de installatie zijn de plaatselijke
voorschriften doorslaggevend.
Binnen handbereik moeten in principe beschermende buizen worden gebruikt. Hierbij is in de
plaatselijke voorschriften vastgelegd of er kunststof buizen of stalen buizen gebruikt moeten
12