7. Bediening
■ Tijdens het bevestigingsproces
kan er materiaal afsplinteren of
kunnen delen van het patronen-
magazijn naar buiten schieten.
■ Afgesplinterd materiaal kan lichaam
en ogen verwonden.
■ Gebruiker en personen in de omge-
ving moeten een veiligheidsbril
en een helm dragen.
■ Nagels en bouten worden beves-
tigd door middel van het ont-
branden van een patroon.
■ Te hard geluid kan het gehoor
beschadigen.
■ Gebruiker en personen in de omge-
ving moeten oorbeschermers dra-
gen.
■ Door tegen een lichaamsdeel (bv.
hand) te drukken kan de machi-
ne operationeel worden gemaakt.
■ Door activering kunnen elemen-
ten ook in lichaamsdelen worden
gevuurd.
■ Druk de machine nooit tegen
lichaamsdelen.
■ Door het magazijn, de boutgelei-
ding of het bevestigingselement
terug te trekken kan de machine
onder bepaalde omstandigheden
operationeel worden gemaakt.
■ De operationele toestand kan
ervoor zorgen dat in lichaams-
delen wordt ingedreven.
■ Trek het magazijn, de boutgelei-
ding of de bevestigingselemen-
ten nooit terug met de hand.
Printed: 16.12.2014 | Doc-Nr: PUB / 5129593 / 000 / 03
ATTENTIE
ATTENTIE
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Richtlijnen voor de optimale bevestigingskwaliteit
OPMERKING:
Neem deze toepassingsrichtlijnen altijd in acht.
Voor gedetailleerde informatie kunt u bij de regionale
Hilti vertegenwoordiging het "Handbuch der Befesti-
gungstechnik" aanvragen.
Minimale afstanden
Bevestigingen in staal
B
d
Staal:
A = min. randafstand =15 mm (
5
/
")
8
B = min. h.o.h.-afstand = 20 mm (
3
/
C = min. ondergronddikte = 4 mm (
Bevestigingen in beton
B
Beton:
A = min. randafstand =70 mm (2
3
/
4
B = min. h.o.h.-afstand = 80 mm (3
C = min. ondergronddikte =100 mm (4")
Indringdieptes
(Voorbeelden, voor specifieke informatie zie het Hilti
Fastening Technology Manual)
ET
Nagellengte voor staal:
Nagellengte voor beton:
Indringdiepte (ET):
Indringdiepte (ET):
12 ± 2 mm, (
1
/
" ±
1
/
")
22 mm, 27 max., (
2
16
X-IE element
(beton, staal, andere geschikte ondergronden – zie 5.3)
L
De elementlengte (L) komt op alle soorten ondergrond overeen met de isola-
tiedikte (tl)
A
C
")
4
5
/
")
32
A
ET
C
")
1
/
")
8
ET
7
/
", 1" max.)
8
t l
nl
43