Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingsmeldingen; Functies Voor Het Externe Toebehoren - MFZ Ovitor CS 310 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CS 310:
Inhoudsopgave

Advertenties

Functieoverzichten
MOD
Benaming
MOD 16
Rem blijft in opentijd ON
E.

Storingsmeldingen

MOD
Benaming
MOD 5
Storingsmelding
MOD 17
Veiligheidscontactlijst (SKS) geactiveerd
F.

Functies voor het externe toebehoren

MOD
Benaming
MOD 13
Magneetslotfunctie
MOD 20
Activering transmissiesysteem Opto
MOD 21
Test van de intrekbeveiliging
MOD 22
Test van de externe veiligheidsvoorzieningen
MOD 24
Condensatorschakeling
MOD 25
Erflichtfunctie
MOD 26
Activering transmissiesysteem RADIO
MOD 28
Relais UIT
26 – Deurbesturing CS 310 / Rev.A 1.0
Opmerkingen
Via het relais wordt het schakelcontact van de remgelijkrichter aangestuurd, om
een snellere remfunctie te realiseren. Het contact wordt gesloten en zo wordt de
rem geventileerd zodra de deur zich beweegt (ruststroomrem). Om in de bovenste
eindpositie een zachtere stilpositie van de deur te bereiken, wordt het schakelcontact
in de positie eindpositie OPEN (OPENTIJD) niet geschakeld.
Opmerkingen
Het relais sluit het contact wanneer er een stopcommando of een fout is. Alle fouten
van hoofdstuk 10 leiden tot de activering van het relais.
Het relais opent het contact wanneer de veiligheidscontactlijst wordt ingedrukt.
Een fout van de veiligheidscontactlijst of een mislukte test wordt weergegeven via
MOD5.
Opmerkingen
In de eindpositie DICHT is het relais geopend. Indien een OPEN-commando gegeven
wordt, sluit het relais en blijft zolang gesloten tot de eindpositie DICHT opnieuw
bereikt wordt. Is er een vertragingstijd voor het openen van het magneetslot nodig,
dan moet deze tijd via de parameters VERTR.OPEN en voorafgaande waarschuwing
gerealiseerd worden.
Voor elk NEER-commando wordt het transmissiesysteem Opto geactiveerd en blijft
voor de duur van de sluiting actief. Door de activering vindt een met ca. 0,5 seconde
vertraagde neerlating plaats.
Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindpositie DICHT bereikt wordt en
verwacht als reactie op het testsignaal een activering van het stopcircuit.
Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindpositie OPEN wordt bereikt en
verwacht als reactie op het testsignaal een activering van de veiligheidscontactlij-
stingang.
Bij elk bewegingscommando wordt het relais ongeveer 1 seconde lang gesloten.
Met behulp van dit relais wordt een voor wisselstroomtoepassingen benodigde extra
startcondensator ingeschakeld, om daarmee te garanderen dat de motor start.
Bij elk OPEN-commando wordt het relais 2 minuten lang gesloten en kan zo gebruikt
worden voor de aansturing van een verlichting.
Voorafgaande aan elk NEER-commando wordt het transmissiesysteem Radio met
een impuls geactiveerd. De duur van de activering moet op het transmissiesysteem
ingesteld worden. Door de activering vindt een met ca. 0,5 seconde vertraagde
neerlating plaats.
Het relais is altijd geopend.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave