7.
Programmering met de LCD-monitor
7.1
Overzicht LCD-monitor
H
A
AUTOMATISCH
B
RUSTSTAND
C
D
Verklaring:
A:
Gebruiksstand / diagnose-info
B:
Parameter / diagnose-info
C:
Knop (+)
D:
Knop (-)
E:
Knop (P)
F:
Waarde / status
G:
Waarde / status
H:
Jumper
7.2
Gebruiksstanden van de LCD-monitor
De besturing beschikt met de LCD-monitor over vier standen:
1. AUTOMATISCH
2. AFSTELLING
3. INVOER
4. DIAGNOSE
Wanneer de jumper H wordt verwijderd, hebben de knoppen
(+), (-) en (P) geen functie. De schermweergave functioneert
nog wel.
Na het inschakelen van de besturing, bevindt deze zich
in de initialisatiestand. In het scherm wordt INIT PHASE
weergegeven, de besturing is niet bedrijfsklaar. De fase duurt
ongeveer 5 seconden.
16 – Deurbesturing CS 310 / Rev.A 1.0
De gebruiksstanden AFSTELLING, INVOER en DIAGNOSE
worden automatisch 20 seconden na de laatste druk
op een knop verlaten, de besturing springt dan naar de
gebruiksstand AUTOMATISCH.
Stand 1: AUTOMATISCH
O
G
In de gebruiksstand AUTOMATISCH is de deurinstallatie in
gebruik.
F
Scherm:
- Weergave van de uitgevoerde functie
- Weergave van de mogelijke fouten
Wordt in het invoermenu de parameter „Zelfhoudend
contact" op MOD2 of MOD3 gezet, dan verandert de
E
schermweergave van AUTOMATISCH in HAND.
Stand 2: AFSTELLING
In de stand AFSTELLING worden de eindposities OPEN/DICHT
ingesteld.
Materiële schade door onjuiste bediening van de
besturing!
In de gebruiksstand AFSTELLING wordt er niet
u itgeschakeld bij het bereiken van de eindpositie. Door het
passeren van de eindpositie kan de deur beschadigd raken.
In de INVOER-stand kan er nauwkeurig worden afgesteld.
Stand 3: INVOER
In de INVOER-stand kunnen de waarden van verschillende
parameters worden gewijzigd.
Scherm:
- Weergave van de geselecteerde parameter
- Weergave van de ingestelde waarde / status
LET OP