•
Omgevingstemperatuur (Reflecterende temp.)
De omgevingstemperatuur dient alleen ingesteld te worden wanneer een emissiviteit
waarde van minder dan 1 is geselecteerd. Normaal gesproken is deze temperatuur
ingesteld op de omgevingstemperatuur.
• Temperatuur eenheden (Temp. eenheid)
Keuze tussen °C en °F.
• Integratie
Kies een integratieperiode van 1 (snel) tot 4 (langzaam).
Dit bepaald de afweging tussen ververs snelheid van het display en het ruisniveau.
• Interpolatie
Kies Uit of Aan.
Dit toont of verbergt de thermische beeld pixels. Hiermee kan de interpolatie van het
thermisch beeld worden in of uitgeschakeld. Als deze is uitgeschakeld, dan wordt het
weergegeven thermografisch beeld weergegeven met de resolutie van de
thermografische sensor.
17
Rev 001