Vierde uitgave • Tweede druk
Informatie over slepen
Het rijden met een aanhangwagencombinatie is
anders dan alleen met een voertuig. Lees de
volgende instructies zorgvuldig.
Gebruik voorafgaand aan het slepen en onderweg de
controlelijst op de achterkant van deze handleiding.
Inspecteer bij elke stop alle aansluitingen.
Alle banden moeten goed zijn opgepompt. De
aanbevolen bandenspanning bij koude banden staat
op de bandwang of op een sticker op de
aanhangwagen. Voorkom dat er overdruk in de band
ontstaat. Tijdens het rijden loopt de bandenspanning
op. Als de bandenspanning bij warme banden wordt
gecontroleerd, is de aangegeven waarde op de
drukmeter niet juist.
Vergroot de afstand tussen uw voertuig en het
voertuig dat voor u rijdt tot twee keer de normale
tussenafstand als u een aanhangwagen sleept. Zorg
onder slechte weersomstandigheden voor een nog
grotere tussenafstand.
Verminder snelheid en schakel terug naar een lagere
versnelling voor afdalingen.
Verminder snelheid voor bochten, gevaarlijke
wegomstandigheden, afritten op snelwegen en in
slechte weersomstandigheden.
Onderdeelnr. 1272897DU
Bedieningsinstructies
Zorg ervoor dat er bij het inhalen van andere
voertuigen voldoende ruimte overblijft voor de extra
lengte van de aanhangwagen. U dient het
gepasseerde voertuig veel verder voorbij te rijden
voordat u weer kunt invoegen.
Als u met de aanhangwagen een bocht neemt, maak
dan geen schokkerige of abrupte bewegingen.
Krachtige wind, te hoge snelheden, schuivende
ladingen of inhalende voertuigen kunnen de
aanhangwagen tijdens het rijden laten slingeren. Als
dit gebeurt, rem dan niet, verhoog de snelheid niet en
draai ook niet aan het stuur. Wanneer u aan het stuur
draait of remt, kan de aanhangwagencombinatie
scharen. Laat het gaspedaal los en houd het stuur
recht.
Als het voertuig en/of de aanhangwagen van het
verharde wegdek raakt, moet u het stuur stevig
vasthouden en het gaspedaal loslaten. Trap niet op
het rempedaal. Maak geen scherpe bochten.
Verminder de snelheid tot minder dan 40 km/u. Draai
het stuur vervolgens geleidelijk om terug op de weg
te komen. Ga voorzichtig te werk bij het invoegen.
TZ-50
Bedieningshandleiding
43