Overige Wi-Fi-functies
Behalve het instellen van Wi-Fi-beeldontvangst en het afdrukken vanaf
[Wi-Fi settings/Instellingen Wi-Fi] op het scherm Start, kunt u ook de
instellingsgegevens controleren en de Wi-Fi-instellingen opnieuw instellen.
Wi-Fi
Om Wi-Fi-verbindingen uit te schakelen, selecteert u [Disable/Uitschakelen].
Instellingen bevestigen
Hiermee kunt u de printernaam, het IP-adres en andere details controleren.
Overige instellingen
Met [Set Printer Name/Printernaam instellen] kunt u de naam van
z
z
de printer wijzigen.
Druk op de <n>-knop om naar het invoerscherm te gaan en voer
vervolgens een nieuwe printernaam in
Selecteer [IPv4/IPv6 Settings/IPv4/IPv6-instellingen] ► [IPv4] om het
z
z
IP-adres en het subnetmasker handmatig in te voeren.
Selecteer [IPv4/IPv6 Settings/IPv4/IPv6-instellingen] ► [IPv6] om het
z
z
IPv6-adres in of uit te schakelen.
•
Bij gebruik van Directe verbinding is [IPv6] niet beschikbaar.
Kies [Wi-Fi settings/Instellingen Wi-Fi]
z
z
en druk vervolgens op de <o>-knop.
Kies een functie die u wilt instellen en
z
z
druk vervolgens op de <o>-knop.
(=
53
54).