Opmerking
PIR- en Camera PIR-detector hebben toegewijde parameters. Zij kunnen via de sneltoets
9>1>1>11 worden gedefinieerd
4.
Blader, indien nodig, door de andere menu parameters en wijzig instellingen.
Stap 3: Detector test
1.
Ga naar het hoofdscherm en druk op '√'.
2.
Voer de installatiecode in (standaardinstallatiecode is '1111').
3.
Selecteer [7]>[04]>[2] (Service > Zenders > TX-test) om de TX-
communicatietest te starten. Met deze test kunnen zenders worden
geïdentificeerd en kan hun signaalsterkte worden getest.
4.
Activeer de zender die u wilt testen; de details van de zender verschijnen op
het iConnect
signaalsterkte van de zender aangeven.
Signaalsterkte
1 - Laag
2 - Gematigd
3 - Goed
4 – Uitstekend
Tabel 3: Signaalsterkte
Daarnaast toont het display door middel van afkortingen, de status van de
detectors, zoals in Tabel 4 wordt getoond.
Item
'OK'
'TA'
'BT'
Tabel 4: Status detectoren
Sleutelhangers
Het iConnect
besturingssysteem ondersteunt tot 19 sleutelhangers.
Stap 1: Een sleutelhanger registreren
1.
Ga naar het hoofdmenu en selecteer [9]>[1]>[2] (Programmering > Apparaten >
Sleutelhangers)
2.
Selecteer met de pijl toetsen een specifieke sleutelhanger en druk op '√'. Het
systeem start de Registratie modus.
3.
Druk op een knop van de sleutelhanger en controleer, zodra op de knop
wordt gedrukt, dat het groene LED-lampje van de sleutelhanger brandt.
display. Als resultaat klinken een reeks tonen die de
Pieptonen
1 pieptoon
2 pieptonen
3 pieptonen
4 pieptonen
Beschrijving
De zender functioneert
goed
Sabotage conditie
Batterij is leeg
Opmerking
Als de signaalsterkte minder dan
2 is, dient u de zender naar een
betere locatie te verplaatsen.
Item
Beschrijving
'OS'
De zender is niet
gesynchroniseerd
'NA'
De zender is niet-actief
11