Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bosch FPA-5000 Bedieningshandleiding pagina 63

Verberg thumbnails Zie ook voor FPA-5000:
Inhoudsopgave

Advertenties

FPA-5000 | FPA-1200 | AVENAR panel 8000 |
AVENAR panel 2000 | AVENAR keypad 8000
SMS of e-mail een waarschuwing naar een technicus worden verzonden (als dit is
geconfigureerd in de Remote Portal), zodat er direct relevante acties kunnen worden
uitgevoerd.
Er worden niet alleen meldingen verzonden, maar ook alle gebeurtenissen die door het
AVENAR panel 8000/2000-netwerk worden geëxporteerd, worden opgeslagen in het Remote
Portal van Bosch. Deze informatie kan worden verwerkt en geanalyseerd om vooraf mogelijke
storingen in het AVENAR panel 8000/2000-netwerk te detecteren.
Remote Interact
Remote Interact maakt het gebruik van de mobiele toepassing Remote Fire Safety voor
smartphones mogelijk. De gebruiker ontvangt directe pushmeldingen naar smartphones in het
geval van alarmen of systeemwaarschuwingen.
Remote Maintenance
Als de functie Remote Maintenance is geactiveerd via de Remote Programming Software
FSP-5000-RPS dan worden gegevens van relevante LSN-apparaten en AVENAR panel
8000/2000-modules verzameld en via een beveiligd privénetwerk naar het RemotePortal van
Bosch of een centraal managementserversysteem (CMS) verzonden, waar ze kunnen worden
geanalyseerd om klanten preventieve diensten aan te bieden.
Opmerking!
i
De functie Remote Maintenance via een beveiligd privénetwerk is in Duitsland alleen
beschikbaar in combinatie met een onderhoudsovereenkomst met Bosch Energy and Building
Solutions .
In het venster van Remote Services vindt u informatie over de functies en de status van de
Remote Services:
Er wordt een lijst met informatie over de geconfigureerde functie weergegeven, waarbij RM de
afkorting is voor Remote Maintenance en RA voor Remote Alert. Let erop dat u omlaag moet
scrollen in de lijst om alle informatie te zien:
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
Selecteer in het startmenu Diagnose
Netwerkservices
Remote Services
Systeemnaam: de naam van de systeemconfiguratie in FSP-5000-RPS. Als er geen naam is
geconfigureerd, wordt het serienummer van de centrale gebruikt als systeemnaam.
Remote ID: identificatienummer voor een specifieke serviceprovider. De Remote ID wordt
gegenereerd en verstrekt door het RemotePortal. Zie Remote Services als u de Remote ID
wilt invoeren of wijzigen.
System ID: identificeert een AVENAR panel 8000/2000-systeem dat een FSP-5000-RPS-
configuratie vertegenwoordigt. Deze wordt aan de centrale toegewezen door de
RemotePortal-server.
Status van Remote Services:\\cIngeschakeld: geeft aan of een externe verbinding met de
RemotePortal-server is geconfigureerd. (Aan/Uit).
Verbindingsstatus:: alleen beschikbaar op de centrale die is geconfigureerd als
gatewaycentrale. Geeft aan of de verbinding met de RemotePortal-server actief is (OK/
Wachten op feedback/Verbinding mislukt).
Status Remote Maintenance: / Status van Remote Alert: : geeft aan of de
desbetreffende functie in de programmeersoftware FSP-5000-RPS is ingeschakeld.
RM/RA: Status laatste overdracht: status van de laatste overdracht van gegevens van
LSN-apparaten die verbonden zijn met de brandmeldcentrale naar de RemotePortal-
server (OK/OK/Mislukt/Verificatie mislukt)
Bedieningshandleiding
Diagnose | nl
2022-01 | 5.0 | F.01U.378.877
63

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave