FPA-5000 | FPA-1200 | AVENAR panel 8000 |
AVENAR panel 2000 | AVENAR keypad 8000
De alarmvertragingen die in het display van de paneelcontroller kunnen worden weergegeven,
staan hieronder uitgelegd:
Alarmverificatie
Wanneer de ontvangst van de alarmmelding wordt bevestigd op de paneelcontroller, gaat de
onderzoektijd in. Tijdens de onderzoektijd moet de melding op locatie waar de melder het
systeem heeft geactiveerd, worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat het alarm terecht
is afgegaan. De duur van de verificatietijd kan voor elke meldergroep afzonderlijk worden
geprogrammeerd. Zie ook Brandalarm en Verificatie activeren.
Als tijdens de verificatie blijkt dat de alarmmelding terecht is, kan een alarm handmatig
worden geactiveerd of door een handbrandmelder te activeren. De doormelding naar de
brandweer wordt geactiveerd.
Afhankelijk van de configuratie wordt een vooralarm weergegeven voor de volgende
alarmvertragingen:
–
–
–
8.3
Dag- en nachtmodus
Opmerking!
i
Afhankelijk van de configuratie kan de manier waarop het verschil tussen dagmodus en
nachtmodus is weergegeven, verschillen van die van het systeem.
Afhankelijk van de configuratie wordt een inkomend alarm in de dagmodus anders verwerkt
dan in de nachtmodus:
Nachtmodus
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
Tijdelijke alarmopslag
Als een melder met een tijdelijke alarmopslag een alarm activeert, wordt dit weergegeven
als vooralarm op het systeem. Het transmissieapparaat voor doormelding naar de
brandweer wordt niet geactiveerd. De melder die de alarmmelding genereert, wordt
gereset na het eerste signaal.
Het vooralarm wordt omgezet in een alarm als dezelfde melder binnen een ingestelde tijd
opnieuw een alarmsignaal genereert. De resterende tijd tot een hoofdalarm wordt
geactiveerd, wordt weergegeven op het display. De transmissieapparaten en
signaalgevers worden geactiveerd.
Twee-melder-afhankelijkheid
Als een melder bij een twee-melder-afhankelijkheid een eerste alarm activeert, wordt dit
weergegeven als vooralarm op het systeem. Het transmissieapparaat voor doormelding
naar de brandweer wordt niet geactiveerd. De melder die de alarmmelding genereert,
wordt gereset na het eerste signaal.
Het vooralarm wordt omgezet in een hoofdalarm als een tweede melder in dezelfde
detectiezone een alarm activeert. De transmissieapparaten en signaleringsapparaten
worden geactiveerd.
Twee-zone-afhankelijkheid
Als een melder bij een twee-zone-afhankelijkheid een eerste alarm activeert, wordt dit
weergegeven als vooralarm op het systeem. Het transmissieapparaat voor doormelding
naar de brandweer wordt niet geactiveerd. De melder die de alarmmelding genereert,
wordt gereset na het eerste signaal.
Het vooralarm wordt omgezet in een hoofdalarm als een tweede melder in een andere
detectiezone een alarm activeert. De transmissieapparaten en signaalgevers worden
geactiveerd.
Bedieningshandleiding
Alarm | nl
2022-01 | 5.0 | F.01U.378.877
37